dinsdag 31 januari 2017

Jan Hotting (1721-1764) en Jannetje Pinxternakel (1721-1784)

Ouders
Jan Jacobsz Hotting is een zoon van Jacob Jansz Hotting en Gesijntje Otte. Hij is gedoopt op zondag 9 maart 1721 in Middelharnis.
Jannetje Jans 
Pinxternakel is een dochter van Jan Jansz Pinxternakel en Neeltje Arens Vermeulen. Zij is gedoopt op zondag 13 april 1721 in Middelharnis

Huwelijk en kinderen
Jan en Jannetje trouwden op 6 juli 1742 in Middelharnis, allebei 21 jaar oud. Op 21 april 1743 is Jacob gedoopt, hij is jong overleden want op 8 mei 1746 is opnieuw een Jacob gedoopt. Lijntje is gedoopt 8 maart 1750 en Neeltje op 8 juli 1753 in Middelharnis.

De scheepsramp met de Hoop
Jan Jacobsz Hotting heeft op 25 september 1751 de eed als stuurman in Middelharnis afgelegd. Hij was vanaf 1750 stuurman van de gaffelschuit de Hoop. 

Bij het huwelijk van zijn kleinzoon Elia Hotting, zoon van Jacob Hotting en Leuntje Hobus, op 6 april 1822 in Ooltgensplaat werd de volgende akte van bekendheid overlegd

Op 26 december 1820 verklaren Simon de Blom (70), Bastiaan van Eck (69), Marinus de Boer (68) en Hendrik de Ruiter (48) dat zij zeer wel gekend hebben Jan Hotting, in circa 1770 omgekomen met een visschuit, waarop hij stuurman was, die is vergaan met alle manschap.
In april 1764 is de boedel van Arie van Driel, meester-zeilmaker in Middelharnis, geïnventariseerd. Hij is op 16 april 1763 overleden en was voor 1/8 part eigenaar van de Hoop.
Uit de tekst blijkt dat de schuit in de gepasseerde winter, 1763-64, in zee is verongelukt (1).
Jan Hotting was 42 jaar oud.





Het is waarschijnlijk dat de ramp met de Hoop in dezelfde tijd plaatsvond als de ramp met de Welstand, begin januari 1764. Zie bericht van 2 januari 2014.

Genealogische gegevens van Joke van Rumpt en Pieter Koster, bewerkt voor Arjaentje.


1. Rechterlijk archief Middelharnis, inventarisnr. 42, nr. 92.

Het schip de Liefde varende van Friesland, binnengesleept in de haven van Middelharnis 16 oktober 1706

Op 16 oktober 1706 verscheen een stuurman uit Friesland voor Jan Casteleijn en Jan van Cacum, schepenen van Sint Michiel in Putte dat men noemt Middelharnas. Hij legde een verklaring af met de volgende strekking:
Wijngaart Jansz van Worcum, stuurman op het schip de Liefde, varende van Friesland legt zijn verklaring af ten behoeve van Sicke Dous van 't zelfde schip. Op 28 september 1706 is de Liefde met een konvooi* uit Texel gezeild op weg naar Londen. Ze vertrokken met een oostelijke wind. De andere dag draaide wind naar noord met een sterke koelte en een dichte lucht. Dit weer hield aan, zodat het schip "marszeijl ende topzeijl" van het konvooi afgeraakt is. Die nacht waaide het zo hard dat wij ons ''schier van het water niet en konden verbergen". 's-Morgens omtrent twee uur verloren wij ons roer en "dreeven doen op godts genaade". De wind was west noordwest, we dreven naar de Vlaamse banken. We gebruikten alle middelen die tot ons behoud bij konden dragen. We namen het anker van de roef om het schip voor de wind om te krijgen, hetgeen door godes hulp gelukte. Doch de volgende nacht begon het weer zo hard te waaien dat we onze zeilen moesten innemen. De dag daarop begon het wat te bedaren. We stuurden met ons ankertouw achteruit zodat we het schip voor de wind om kregen en zetten koers naar de Maas of Goeree. Drijvend bij Goeree namen we een loods aan boord, Jan Claasz Soetermeer**, visser uit Middeharnas, die ons op 6 oktober 1706 uit de zee roerloos in de haven aldaar heeft binnengesleept.



Bron:
Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr. 24, 16 oktober 1706



* De Liefde was vermoedelijk een koopvaardijschip. Tijdens de Spaanse Successieoorlog (1702-1713) was de Republiek samen met Engeland en Duitsland in oorlog met Frankrijk en Spanje. Het was gevaarlijk op zee vanwege de vele Duinkerker kapers. Vandaar dat schepen zoals de Liefde in konvooi voeren, beschermd door marineschepen.
** Jan Claasz Soetermeer, gedoopt 24 januari 1669 in Middelharnis. Zie bericht van 12 februari 2017.


Zie bericht van 13 april 2015 voor meer voorbeelden van loods- en sleepdiensten

donderdag 12 januari 2017

De Surinamevaarder St. Jan binnengesleept door een schuit uit Middelharnis (1686)

De schuit van Michiel Stevens
Michiel Stevens was in 1686 stuurman van een visschuit uit Middelharnis. Op 27, 28 en 29 november van dat jaar had hij niets verdiend met vissen omdat hij met zijn schuit een schip in nood had gesleept en binnengeloodst. Hij liet de afslager van de visafslag, Marinus van der Daff, een verklaring afleggen dat zijn 'confraters' (de andere stuurlieden) op deze dagen fl. 90 tot fl. 150 besomd hadden. Deze inkomstenderving wilde hij verhalen op de schipper van de 'Surinaems-vaerder', genaamd St. Jan.

Vastgelopen op de Goeree

Op 30 november 1686 meldde de Oprechte Haarlemsche Courant dat schipper Wouter Jansz Soldaet en nog een Hamburgs schip met schipper Jan Reus in Rotterdam gearriveerd zijn. Soldaet rapporteerde dat hij een groot schip op de Goeree heeft zien vastzitten. Dit moet de St. Jan geweest zijn.
Michiel Stevens verklaarde, ten overstaan van de schepenen van Middelharnis dat hij de Surinamevaarder vanaf zeven tot acht vadem diepte uit zee tot op de rede van Hellevoetsluis heeft moeten 'inlootsen ofte inslepen'.

Machtiging voor juridische stappen

Een tweede verklaring over deze zaak in het rechterlijk archief van Middelharnis gaat over het machtigen van Jan Jacobs, 'naschrijver van de verse visch' in Rotterdam, om namens Michiel Stevens op te treden. Stevens eiste voor het slepen en inloodsen van de Surinamevaarder een vergoeding voor de inkomstenderving van drie dagen en voor het verlies van touwen. Jan Jacobs werd gevraagd om met de schipper van de St. Jan tot een akkoord te komen ' in 't minne, oft andersints met middelen van regte'.
Hoe de kwestie afgelopen is, staat niet vermeld.

Scheepvaart op Suriname
De Sociëteit van Suriname was juridisch eigenaar van de kolonie Suriname die sinds 1667 Nederlands bezit.was. De Sociëteit werd in 1683 opgericht door de West-Indische Compagnie, de stad Amsterdam en de familie Van Aerssen van Sommelsdijck, die ieder voor een derde eigenaar waren. De Sociëteit hield zich bezig met het beheer van plantages.
De schepen die de suiker van deze plantages vervoerden, bedreven de zogeheten driehoekshandel: slaven van Guinee in Afrika naar Suriname vervoeren en suiker terug naar Nederland.
Het schip de St. Jan was een Surinamevaarder op terugreis, geladen met suiker, met als bestemming Rotterdam. De schipper was Abraham Schepmoes (2).

Den Dubbelen Arent een Westindië Vaerder, De Paerel een Oostindië Vaerder.
Uit: t Nieuw Schipboek (2e helft 17e eeuw).


© Marlies Jongejan, februari 2024

1. Rechterlijk archief Middelharnis, inv. nr. 33, akten van 26 december 1686 en 28 december 1686
2. Bron: Nationaal Archief, toegang 1.05.03, inv.nr. 212, o.a. folio 404, Sociëteit van Suriname, overgekomen brieven en papieren.




donderdag 5 januari 2017

Stuurlieden van visschuiten uit Middelharnis (1682-1804)

De stuurman of 'stierman' had de leiding over het vissersschip en over de dertienkoppige bemanning. Hij was de schakel tussen de boekhouder en de vissers. 

Pas rond 1900 komen we soms de benaming 'schipper' tegen. Maar in de volksmond bleef het altijd de stuurman. De tweede man aan boord was de eigenlijke stuurman. Hij heette in Middelharnis traditiegetrouw de 'ouweman'. 

In de achttiende eeuw hadden de stuurlieden een aparte positie in de vissersgemeenschap. Ze waren niet alleen visser, maar ook mede-eigenaar van hun schip. Meestal kochten ze zich in voor een aandeel van 1/8 part of 1/16 part. Naast hun beloning als mede-eigenaar en als visser kregen ze jaarlijks een vast bedrag van de boekhouder als 'stuurgeld'. De constructie van de stuurman als mede-eigenaar is tussen 1830 en 1850 geleidelijk verdwenen.

De stuurlieden hadden in de achttiende eeuw elk een eigen eigendomsmerk, dat op alle vistuig en toebehoren aangebracht werd. Het merk fungeerde ook als handtekening in officiële stukken.

Stuurmansmerken, 18e eeuw

Op een aantal momenten in de geschiedenis van visserij van Middelharnis zijn er lijsten aangelegd met de namen van stuurlieden. Via onderstaande links is meer informatie te vinden over de stuurlieden, hun schepen familiegeschiedenis.


1682: Stuurlieden van de visschuiten uit Middelharnis 

1708: Stuurlieden van de visschuiten uit Middelharnis 

1782 :Stuurlieden van de visschuiten uit Middelharnis 

1798: Stuurlieden van de visschuiten uit Middelharnis 

1804 : Stuurlieden van visschuiten uit Middelharnis