woensdag 4 januari 2023

De MD 13 Voorlichter in Middelharnis (1901-1917)

De stalen sloep MD 13 Voorlichter werd eind 1901 aangekocht door de firma Wed. C. Kolff en Zoon. De sloep was bestemd voor de beug- en haringvisserij. De sloep werd in de zomer van 1902 voor de haringvisserij vanuit Middelharnis ingezet. Het was voor het eerst sinds 1872 dat Middelharnis weer aan de haringvloot deelnam. De schipper was Mattheus den Braber.


Maas- en Scheldebode, 5 december 1901

De Voorlichter was een tweedehands sloep, gebouwd in 1893 als VL 156 Voorlichter op de werf van Bonn en Mees in Katendrecht voor de Vlaardingse 'N.V. de Dogger-maatschappij tot uitoefening van de zeevisscherij' (opgericht in 1891). De directeuren van de Doggermaatschappij waren Ary Hoogendijk Jz en Ary Jan van der Paauw. 


Nieuwe Vlaardingsche Courant, 28 december 1892

Andere schepen van deze maatschappij heetten Voorloper (1891), Voorwaarts  (1891), Voorbode (1893), Vooruit (1895) en Vooraan (1895). Voor eigen rekening liet Ary Hoogendijk Jz in 1894 de VL 168 Noordster bouwen. Deze sloep kwam in 1902 eveneens naar Middelharnis om als MD 3 Anna in 1903 voor de haringvisserij te worden ingezet.

Het principe van deze schepen was dat ze multi-functioneel waren, dat wil zeggen dat ze zowel voor de haringvisserij als voor de beugvisserij geschikt waren. De sloepen hadden anderhalve mast. De grote mast werd tijdens de haringvisserij gestreken.

De toenmalige betekenis van de term Voorlichter was letterlijk:'licht voor iemand uit laten schijnen, zodat hij kan zien waar de te volgen weg loopt.' Het was een optimistisch, toekomstgericht begrip.


Vlaardingsche Courant, 17 mei 1893


Schippers
De eerste schipper, Mattheus den Braber, bleef tot en met de zomer van 1910 de schipper van de MD 13 Voorlichter. In 1911 en 1912 was Jan de Koning schipper en vanaf 1913 tot en met 1917 Jacob de Korte.

Sloepen voor de haringvisserij
In 1902 voer alleen de MD 13 Voorlichter uit met de haringvloot. In 1903 kwam de MD 3 Anna erbij, als tweede sloep die voor de haringvisserij geschikt was. In 1904  ging de MD 32 Noordster eenmalig met de haringvloot mee. Van 1905 tot en met 1910 voeren de MD 3 en de MD 14 jaarlijks uit voor de haringvisserij.  In 1911 kw
am de MD 11 Oranje Nassau erbij en deed rederij Slis voor het eerst met de haringvisserij mee met de nieuwe MD 8 Albatros. Het aantal haringsloepen vanuit Middelharnis bedroeg in 1912 drie; in 1913 vier en in 1914 vier; in 1915 twee.  In 1916 gingen de MD 13 Voorlichter en de MD 11 Oranje-Nassau nog op haring vissen. 

In 1917 was dit wegens oorlogomstandigheden niet meer mogelijk. 

Rederij Kolff verkocht de MD 13 Voorlichter eind 1917 aan de heren Van Witzenburg en Smith in Vlaardingen.


Maas- en Scheldebode, 28 november 1917


MD 13 Voorlichter in de haven van Middelharnis, winter 1917-18,
in afwachting van transport naar Vlaardingen
 (uitsnede van een foto van het Maritiem Museum Rotterdam iF1309)

De sloep werd al snel doorverkocht aan de N.V Vrachtvaart- en Visscherij-Maatschappij Wilhelmina onder directie van W. van Heijst en T. van Yperen. Het schip werd op de werf van Gebr. van der Windt in Vlaardingen omgebouwd voor de vrachtvaart.

De nieuwe naam werd Wilhelmina.

Vlaardingsche Courant, 5 januari 1918

Het 'vrachtloggerschip' Wilhelmina maakte reizen naar Frankrijk, Engeland en Noorwegen. De kapitein was D. van der Zwan.


Rotterdamsch Nieuwsblad, 3 februari 1920


De N.V. Wilhelmina werd in 1922 geliquideerd. Wat er daarna met de 'vrachtlogger' Wilhelmina is gebeurd, is nog niet bekend.


De Maasbode, 18 juni 1922









1 opmerking:

  1. Pas bij dit weblog gekomen. Erg leuk om te zien dat er ook wat namen uit mijn eigen stamboom in voorbij komen! vr groet
    Hans Saarloos

    BeantwoordenVerwijderen