Posts tonen met het label smokkel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label smokkel. Alle posts tonen

maandag 17 november 2014

Corstiaan Wafelbakker (1755-1832) en Lena Blok (1756-1826)

Ouders
Corstiaan Marinusse Wafelbakker is een zoon van Marinus Arens Wafelbakker en Anna Corstiaans Vinck. Hij is gedoopt op 6 april 1755 in Middelharnis. Aren Wafelbakker (geboren 1753) was een broer van Corstiaan, hij was ook stuurman. Aren was gehuwd met Maatje van de Rovaart, dochter van ventjager Hendrik van de Rovaart.
Lena Jobse Blok is een dochter van Job Arens Blok en Neeltje Leenderts Verhoven. Ze is op 26 september 1756 gedoopt in Middelharnis.

Huwelijk en kinderen
Corstiaan en Lena zijn getrouwd op 1 juli 1778, ze waren 23 en 21 jaar oud, Op 31 januari 1779 is Marinus gedoopt, hij is kort na de geboorte overleden. Op 5 november 1780 is weer een zoon met de naam Marinus gedoopt. Anna is op 18 september 1785 gedoopt, ook zij is jong overleden, want op 18 mei 1788 is weer een dochter met de naam Anna gedoopt. Job Wafelbakker is op 17 juli 1791 gedoopt. Neeltje is op 9 juli 1796 gedoopt en jong overleden. Op 9 januari 1800 is nog een dochter met de naam Neeltje geboren.

Corstiaan Wafelbakker, stuurman van De Gans in 1782
De gaffelvisschuit De Gans uit Middelharnis had als stuurman Corstiaan Wafelbakker en als boekhouder Jacob Alebeek.
De schuit is op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Corstiaan Wafelbakker is op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1).


Aren Wafelbakker, stuurman van het Welvaren van Brugge in 1782
In 1782 lag nog een gaffelschuit op stapel op de werf in Sommelsdijk. Deze schuit werd verkocht op 16 oktober 1782. De naam van de schuit was Het Welvaren van Brugge, boekhouder Leendert van den Tol, stuurman Aren Wafelbakker. De koper was Jacobus Gijsbertus van der Gronden. Hij had inmiddels domicilie in Brugge gekozen, vandaar de toepasselijke scheepsnaam.(2)


Aren Wafelbakker, stuurman onder Deense vlag
Aren Wafelbakker was in 1798 een van de 29 stuurlieden uit Middelharnis die onder Deense vlag voer (5).

Diefstal op de schuit van Corstiaan Wafelbakker in 1791
In de nacht van 23 op 24 maart 1791 heeft de twintigjarige matroos Marinus Maartense Vlasblom ingebroken op de visschuit van Corstiaan Wafelbakker die in de haven lag. In het vooronder haalde hij uit de broekzak van Mattheus Jansz Koote een zakje met geld. Mattheus lag met het andere scheepsvolk te slapen. Een van de vissers schrok wakker en riep dat er een dief in de boot zat. Marinus Vlasblom bekende en gaf het geld terug dat hij had willen gebruiken om naar de herberg te gaan. Tijdens het verhoor bekende hij ook nog de diefstal van een zilveren horloge bij een koffie- en theehuis in Sommelsdijk. Marinus moest met stenen en geselroeden door de straten lopen en veertien dagen op water en brood in de gijzelkamer doorbrengen (3).

Corstiaan Wafelbakker, stuurman van een damschuit
Corstiaan stapte over van de visserij naar de binnenvaart, waarschijnlijk daartoe gedwongen door de moeilijkheden die de visserij in de Franse tijd ondervond.Op 19 september 1801 verkocht hij als stuurman en eigenaar de damschuit Job en Anna. Op 18 november 1809 verkocht hij als stuurman en eigenaar de damschuit (4) Jonge Neeltje aan zijn zoon. De namen van de drie kinderen vinden we in de scheepsnamen terug.

Job Wafelbakker (1791-1868)
De zoon van Corstiaan en Lena werd al vroeg schipper. Ten tijde van zijn huwelijk op 9 september 1812 met Neeltje de Reus uit Oud-Beijerland (ze waren jong, 21 en 19 jaar oud), was hij 'batelier', dat wil zeggen veerman of binnenschipper. In 1809, op zijn achttiende jaar, was Job Wafelbakker de schipper van een poonschip, een scheepstype dat als vrachtschip of beurtschip in gebruik was. In de Koninklijke Courant van 11 december 1809 de vermelding dat het schip te koop is. Het is verbeurd verklaard omdat er smokkelwaar is aangetroffen. Job werd vervolgens schipper/eigenaar van de damschuit van zijn vader.


Koninklijke Courant, 11 december 1809





Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje



1.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270
2. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17. RA 29,24 september 1784.
3, Jan Both.Criminaliteit en rechtspraak in de hoge heerlijkheid Middelharnis 1621 - 1811. Middelharnis 2001
Deels verschenen als feuilleton in Eilanden-nieuws september 2000 - maart 2001. (link verwijst naar PDF op de website van de Streekarchief Goeree-Overflakkee). 
4.Naam voor schepen die in hun afmetingen beperkt werden door de aanwezigheid van een bepaalde sluis in het gebruikelijke vaargebied van deze schepen
5.Archief voormalige gemeente Middelharnis, inv. nr. 9. Resolutieboek, 25 juni 1798

woensdag 8 januari 2014

Pieter van den Tol (1755-1819), Geertruij Buijtendijk ( -ca.1785) en Arendje Heijman (1760-1816)

Ouders
Pieter van den Tol is een zoon van Jacob Janse van den Tol en Lijntje Pieters Louws. Pieter is op 9 februari 1755 in Middelharnis geboren.
Zijn eerste vrouw was Geertruij Buijtendijk met wie hij op 30 maart 1780 getrouwd is. Ze kregen een dochter Lientje in 1785. Geertruij moet kort daarna zijn overleden.
Arendje Heijman is een dochter van Jacobus Hermansz Heijman en Jobje Jacobs de Jong. Ze is in 1760 geboren. 

Huwelijk en kinderen
Pieter en Arendje zijn op 21 mei 1786 in Middelharnis getrouwd. Ze kregen zes kinderen waarvan er maar twee volwassen geworden zijn. Op 17 juni 1787 werd Jobje van den Tol gedoopt. Zoon Jacob is in 1790 geboren. Hij trouwde in 1817 met Maria Vermeer.

Stuurman in 1788 en 1792
In 1788 was Pieter van den Tol stuurman van de gaffelschuit De Twee Gebroeders (RA18).
Op 3 april 1792 maakte de Rotterdamsche Courant melding van de vangst van een vat "Oly van Olyven" door visser Pieter van den Tol. Hij had de vangst aangemeld bij de substituut strandvonder A. Mosselmans. Stuurman Bastiaan Jacobsz Visser had zelfs twee vaten opgevist.

Stuurman onder Deense en onder Pruisische vlag
Pieter van den Tol was een van de 29 stuurlieden uit Middelharnis die in 1798 onder Deense vlag voer (4). In 1805 voer hij onder Pruisische vlag. Hij woonde in 1805 op de Oostdijk, was getrouwd en had drie kinderen op dat moment. De schuit waar Pieter op voer had als boekhouder Lambertus Kolff.(3).
Op 19 december 1806 was Pieter van den Tol stuurman van de Willem Hendrik (GA12).

Schuit geconfisceerd wegens smokkel
Op 29 oktober 1808 maakte de Koninklijke Courant melding van het confisceren van de gaffelschuit Jan en Peter (misschien een vergissing ?) schipper Pieter van de Tol. Aan boord werden de volgende waren aangetroffen: 22 balen manufacturen met indigo, bier, brood, lever, turf , zout en zoute vis. Hij was door de commies ter recherche gevestigd te Middelharnis aangehouden. 
Koninklijke Courant, 29 oktober 1808

De schuit is naar Zierikzee gebracht. Op 5 augustus 1809 en op 11 december 1809 is de gaffelschuit in de kranten ter verkoop aangeboden.

Jobje van den Tol en Simon Koudijzer
Jobje is op 12 december 1809 getrouwd met Simon Koudijzer, zoon van Leendert Simonsz Koudijzer en Pieternella van Beek. Simon is een broer van Annetje Koudijzer gehuwd met Willem Rooij, een van de bemanningsleden van de schuit van Jacob Bree die in 1825 verging.
Kinderen van Jobje en Simon: Leendert is in 1810 of 1811 geboren, Arendje in 1812, Pieter in 1813, Jacob in 1815 en Aren op 14 november 1817.

De ramp met de gaffelschuit van Pieter van den Tol. 
In maart 1819 verging de gaffelschuit van Pieter van den Tol met de volledige bemanning. Pieter van den Tol was 64 jaar toen hij verongelukte.
Hermanus Heijman, zwager van de stuurman, is ook omgekomen. Hij was 63 jaar oud (1).
Simon Koudijzer (1783-1819), schoonzoon van de stuurman, was eveneens aan boord. Hij was 35 jaar oud (2).

Nabestaanden
Arendje Heijman was al voor de de scheepsramp overleden. Jobje van den Tol verloor zowel haar man als haar vader in 1819. Ze bleef achter met vijf jonge kinderen.
Jobje is op 19 april 1843 overleden, ze is 55 jaar geworden.


Gegevens van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje.

1. Huwelijksbijlage bij het huwelijk van Jacobus Heijman en Johanna van Dongen. Middelharnis, 1837 akte 14.
2. Huwelijksbijlage bij het huwelijk van Pieter Koudijzer en Kaatje Moerland. Oude-Tonge, 1841 akte 2. Idem Middelharnis, 1842 akte 19. Aren Koudijzer en Neeltje Waterman.
3. Brown, Mysteries of neutralization, 141. Paspoort om naar Emden te reizen in Rechterlijk Archief Middelharnis, inventarisnummer 31, 20 januari1804. Met signalement
4.Archief voormalige gemeente Middelharnis, inv. nr. 9. Resolutieboek, 25 juni 1798

donderdag 5 december 2013

Pieter Bogerman (1769-1817) en Jannetje de Waard (1773-1842)

Ouders
Pieter Bogerman (ook wel Boogerman en Bogertman) is een zoon van Job Pieters Bogerman (geboren 1732 Herkingen, overleden in Middelharnis in 1802)  en Jannetje Wouters Gijze (ook Gijsen, Gijssen en andere varianten) geboren in Middelharnis in 1742 en overleden in Utrecht in 1812.  Jannetje was eerder getrouwd met Jan Adrianusz van der Pol.
Pieter is op 22 oktober 1769 in Middelharnis gedoopt. 
Jannetje de Waard is een dochter van Arie Janse de Waard en Klaziena Meinders. Ze is gedoopt op 18 juli 1773 in Middelharnis.

Huwelijk en kinderen 
Op 15 januari 1791 zijn Pieter en Jannetje getrouwd, ze waren  21 en 17 jaar oud.
Op 12 juni 1791 Jannetje Bogerman gedoopt. Klazina Bogerman is op 8 juni 1793 geboren, Jobje uit 1795 is jong overleden. Aren werd geboren op 30 mei 1798, Jobje op 19 oktober 1801, Elsje op 16 april 1804 en GabriĆ«l op 18 augustus 1809. Hij overleed op 28 juni 1814, vier jaar oud.
Pieter Bogerman was visser volgens een in 1811 opgemaakte lijst.

Wouterina Bogerman en Cornelis Onderdelinden
Wouterina, de twee jaar jongere zus van Pieter, is in 1771 geboren. Zij trouwde met Cornelis Onderdelinden die visser was. Wouterina en Cornelis zijn de ouders van Gerrit Onderdelinden, geboren in 1798, die in 1828 met de sloep van Leendert de Waard is omgekomen. Zie bericht van 19 augustus 2013 in het blogarchief.
Cornelis Onderdelinden is na het overlijden van Wouterina (1817) in 1821 op 51-jarige leeftijd hertrouwd met Jannetje Stapel, de weduwe van Teunis Buurveld. Teunis is omgekomen in 1813 toen de gaffelschuit van zijn broer Leendert verging (huwelijksbijlage 1821/10).

De weduwe van Job Bogerman in de gevangenis in Utrecht
Job, de vader van Pieter, is op 14 oktober 1803 overleden. Jannetje Gijze beter bekend als de weduwe Job Bogerman is in de Franse tijd samen met timmerman Jan Quirinius Oschman opgepakt omdat de douane smokkelwaar uit Engeland  in hun huizen aantrof. De goederen waren vervoerd door de schoonzoon van Jannetje, Cornelis Onderdelinden. Jan Quirinius en Jannetje zijn  gearresteerd op 13 juli 1811 en in Utrecht gevangen gezet.
Op 30 maart 1812  is Jannetje in Utrecht overleden. Ze was 69 jaar. Joseph Le Brun, cipier  wonende op den huize Klarenberg, deed aangifte van het overlijden.



Overlijdensakte Utrecht, nr 386, 31 maart 1812.

Ook Jan Quirinius Oschman is nooit teruggekeerd naar Middelharnis, hij is eveneens in Utrecht overleden. Cornelis Onderdelinden verbleef ook een tijd in Utrecht. Hij is wel teruggekeerd en in 1833 in Middelharnis overleden.
De nabestaanden zijn door het douanetribunaal veroordeeld tot het betalen van een boete van drie keer de waarde van de in beslag genomen goederen (1).

Pieter Bogerman omgekomen in 1817
Op 22 februari 1817 is Pieter Bogerman omgekomen. Hij was aan boord van de gaffelschuit Den Staat, schipper Maarten Abeele. Hij was 47 jaar. Het overlijden werd aangegeven door Maarten Abeele, visser-stuurman, 49 jaar en Marinus van den Nieuwendijk, visser, 50 jaar. Ze verklaren op 25 februari dat Pieter aan boord van de gaffelvisschuit Den Staat op de 22e februari is overleden. 



Overlijdensakte 1817, nr 11 van 25 februari 1817

Nabestaanden
Een maand later op 28 maart 1817 overleed ook Wouterina, de zus van Pieter. Ze was 44 jaar.

Jannetje de Waard is met zes kinderen achtergebleven waarvan enkelen al lang volwassen waren. De jongste, Elsje, was bijna dertien toen haar vader overleed. 
Jannetje Bogerman is in 1818 getrouwd met weduwnaar Willem van der Kamp. 
Klazina trouwde op 4 september 1819 met Jacob Heijman (2). Dit gezin is in de jaren 1840 naar Antwerpen verhuisd.
Jobje trouwde in 1836 met Cornelis Paassen uit Sommelsdijk. 
Aren Bogerman bleef ongehuwd, hij is in 1876 op de leeftijd van 77 jaar overleden.
Elsje kreeg in 1821 een zoon met de naam Abram van een onbekende vader. Abram is in 1823 overleden. In 1824 werd haar dochter Cornelia geboren, eveneens van een onbekende vader. Elsje is in 1830 met Salomon Verschoor getrouwd. 

1. Vermeld bij Marco Kuiper, De visserij van Middelharnis tijdens de Franse Tijd. Leiden, 2009.p. 40.
Cornelis Onderdelinden wordt vermeld als "een visser uit Oudenbosch". Er was wel verkeer tussen Middelharnis en Oudenbosch maar Cornelis was een Middelharnisse visser. Op de liste civique de lijst uit 1811, bijlage 2 in de scriptie van Marco Kuiper staat bij Cornelis Onderdelinden het beroep visser en de vermelding Utrecht.
Oschman geboren 18 januari 1763  is overleden als Johannes Osman op 9 april 1812. akte 421 Utrecht . Zijn overlijden is door dezelfde cipier aangegeven. Hij was gehuwd met Martijntje van den Bogaart, geboren op 12 januari 1762 in Middelharnis. Zij is in 1815 hertrouwd met Marinus Trommel.

2. Jacob Heijman is een zoon van Hermanus Heijman en Susanna Simonse Waterman. Hermanus is een half jaar voor het huwelijk verdronken toen de gaffelschuit van Pieter van den Tol is vergaan. Bijlage bij huwelijksakte 1839,14. Op 8 januari 1874 overleed Jacob Heijman in Antwerpen, weduwnaar van Clazina Bogerman, 79 jaar oud. Zijn dochter Jobje Heijman is op 4 juni 1852 in Antwerpen overleden, 21 jaar oud.