Belgische spoorwegmaatschappijen namen het initiatief om Zeeuws-Vlaanderen aan te sluiten op het Belgische spoorwegnet. De Société Anonyme du Chemin de Fer de Gand à Terneuzen startte in 1869 de verbinding Gent-Terneuzen. De Société Anonyme du Chemin de Fer International de Malines à Terneuzen opende in 1871 de lijn Mechelen-Hulst-Terneuzen.
150 jaar geleden, op 26 augustus 1871, werd deze lijn in gebruik genomen.
Verse zeevis van de schepen van Middelharnis, Pernis en Zwartewaal ging van oudsher naar de Brabantse steden Antwerpen, Mechelen, Leuven en Brussel. De vis werd over water via het Kreekrak vervoerd. Na de afdamming van het Kreekrak in 1867 ging de route via het Kanaal door Zuid-Beveland. In deze jaren werd ook veel vis afgezet in Nieuwediep en in Grimsby.
De nieuwe spoorlijn Terneuzen-Mechelen leek een aantrekkelijk alternatief voor de stuurlieden van de sloepen van Middelharnis.
De eerste sloep die Terneuzen aandeed was de Noord Over op 6 november 1871. Stuurman Laurens van der Put besomde hier 584 gulden.
Op 7 december 1871 kwamen de Middelharnis, stuurman Cornelis Smit en de Hendrika Adriana, stuurman Jeroen Langbroek, met verse vis in Terneuzen aan. Ze besomden resp. 290 gulden en 273 gulden (1).
Wie de vis kocht is niet bekend. Het bleef bij een eerste verkenning van de mogelijkheden. Meer vermeldingen van Middelharnisse sloepen in Terneuzen zijn tot dusver niet aangetroffen.
Overigens werd ook al in de zeer strenge winter van 1870-71 vis in Terneuzen aangebracht. De haven van Middelharnis was onbereikbaar en de sloepen weken uit naar Huisduinen, Egmond, Scheveningen, Terneuzen en Oostende (Visscherij-courant, 8 januari 1871).
1. Archief voormalige gemeente Middelharnis, Staten Slis en Kolff.