maandag 13 november 2017

Maarten Langbroek (1839-1903), Arendje Buurveld (1839-1875) en Annetje Vermaas (1852-1933)

Ouders
Maarten Langbroek is een zoon van Hendrik Langbroek (1813-1881)  en Helena Cornelia Boogerman  (1811-1885). Hij is op 7 september 1839 in Middelharnis geboren. Hendrik Langbroek  was schipper van de haringhoeker MHS 3 Dankbaarheid en vanaf 1857 van de sloep MHS 5 Dankbaarheid. Maarten is een kleinzoon van Maarten Langbroek (1789-1847), die op 27 juni 1847 door verdrinking om leven kwam. Zie bericht van 21 juni 2013.
Arendje Buurveld is een dochter van Maarten Buurveld (1796-1866) en Maria Boon (1803-1866 . Ze is geboren op 15 oktober 1839 in Middelharnis. Maarten Buurveld was schipper van de haringhoeker MS 5 Middelharnis van 1847 tot 1852.  Hij is een zoon van de in 1813 omgekomen stuurman van de gaffelvisschuit de Jonge Jacob, Leendert Cornelisz Buurveld.
Annetje Vermaas is geboren op 10 november 1852 in Middelharnis. Zij is een dochter van Hijmen Vermaas (1824-1899) en Aagje Gideon (1824-1853). Hijmen Vermaas is een zoon van de in 1825 bij het vergaan van de gaffelvisschuit de Jonge Cornelis van stuurman Jacob Bree omgekomen Gerrit Maartensz Vermaas (1787-1825). Zie over de familie Vermaas o.a. het bericht van 14 april 2015.

Huwelijk en kinderen
Maarten en Arendje trouwden op 16 april 1864, allebei 24 jaar oud. Ze kregen zes kinderen:
- Helena Cornelia, geboren op 14 september 1865 en overleden te Rotterdam op 24 juni 1944. Zij was ongehuwd.
- Maarten Leendert, geboren 13 december 1868 en overleden 7 mei 1942 te Middelharnis. Hij trouwde op 29 april 1892 met Jannetje Anna Taale, geboren 7 maart 1871 en overleden 6 februari 1950 te Middelharnis. 
- Hendrik, geboren 20 januari 1871 en overleden te Velsen op 6 mei 1953. Hij trouwde op 19 maart 1906 te Velsen met Neeltje Pereboom (1871-?), weduwe van Klaas Prins (1877-1904). Hendrik was visser van beroep.
- Maria, geboren 19 april 1872, overleden 3 januari 1874.
- Leendert, geboren 21 augustus 1873, overleden 2 september 1873.
- Maria, geboren 20 december 1874, overleden 14 juni 1875.
Arendje Buurveld overleed op 27 januari 1875 te Middelharnis, 35 jaar oud. 

Maarten hertrouwde op 20 april 1876 met  Annetje Vermaas.
Maarten en Annetje kregen acht kinderen:
- Aagje, geboren 9 januari 1877, overleden 28 september 1879.
- Aagje, geboren op 6 juli 1880, overleden op 28 juni 1961 te Bloemendaal. Zij trouwde op 24 oktober 1907 in Velsen met Hendrik Lustig (1884-?), vishandelaar van beroep.
- Maartje, geboren 18 augustus 1882, overleden 1 oktober 1883.
- Heime, geboren 26 juli 1885, overleden 6 maart 1963 te Velsen. Hij trouwde op 21 juni 1906 te Velsen met Gerhardina Elisabeth Diederika Baak (1884-?). In 1906 was zijn beroep dekknecht.
- Gerrit, geboren 22 augustus 1887, overleden 12 juli 1959 te Velsen. Hij trouwde op 15 oktober 1908 te Velsen met Alida Hofman (1887-?). Zijn beroep was metselaar.
- Jobje, geboren 25 april 1889, overleden 19 oktober 1918 te Velsen. Zij trouwde op 24 februari 1916 met Willem Jacobs Slotemaker (1887-1960), van beroep los werkman.
-Johannis, geboren op 7 februari 1891 en overleden op 21 februari 1972 in Den Haag. Hij trouwde op 4 oktober 1917 te Velsen met Catharina van Akkeren (1886-1969).
- Abraham, geboren 12 juli 1892 en overleden 28 augustus 1962 te Velsen. Hij trouwde op 13 juni 1918 met Grietje Blom (1894-1969).

Schipper Maarten Langbroek Hzn.
Maarten was al  in 1862, op zijn 23ste jaar, stuurman van de MHS 1 Op hoop van Zegen.
en in 1865 werd hij schipper van de op 3 juli van dat jaar te water gelaten houten sloep MD 12 Twee Cornelissen van rederij Wed. C. Kolff & Zoon. Dat was hij tot 1888.
In  november 1887 is een van de bemanningsleden, Jan Boon, verdronken. Zie bericht van 24 juni 2013 op dit weblog.


Algemeen Handelsblad, 5 december 1887


Overlijden in IJmuiden
Het gezin is, met uitzondering van de twee oudste kinderen, op 14 januari 1902 naar IJmuiden verhuisd. Een jaar later, op 6 februari 1903, overleed Maarten "in een schip liggende in de visschershaven te IJmuiden". 
Hij was 62 jaar oud.

Nabestaanden
Vijf  van de kinderen waren nog minderjarig, tussen 10 en 17 jaar oud, toen hun vader overleed. Annetje Vermaas overleed op 20 augustus 1933, 80 jaar oud.


Gegevens van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje


donderdag 9 november 2017

Gaffelschuiten uit Middelharnis verhuurd aan de marine in 1747

Na de Spaanse Successieoorlog (1702-1713) koos de Republiek lange tijd voor een neutrale positie. Er werd weinig geïnvesteerd in het leger, waardoor de marine van de Republiek is verworden tot een marine van de tweede rang.
Dat de Republiek op militair gebied zeer zwak was bleek tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748). In april 1747 vielen Franse troepen de Republiek binnen en werd onder meer Zeeuws-Vlaanderen bezet. Bergen op Zoom viel na een maandenlang beleg, waarbij aan beide kanten ongeveer vijfduizend doden vielen, op 16 september 1747 in Franse handen. De marine moest de Zeeuwse en Hollandse wateren beschermen tegen de oprukkende Fransen. In de loop van 1747 is een verdedigingslinie op de Westerschelde en de Oosterschelde gevormd met de weinige oorlogsschepen die de Republiek bezat, aangevuld met kustvaarders en vissersschepen. Alles wat maar enigszins kon varen werd ingehuurd.
(1) Zo ook elf visschuiten uit Middelharnis (2) met de namen :


't Witte Lam
Huijs van Nassouw
Boslooper
Prins van Oranje
Eendragt
de Liefde
Jonge Jan
's Lands Welvaren
Oijevaar
Gulde Vryheid
Twee Gebroeders

Tijdens deze kortstondige oorlog tussen de Republiek en Frankrijk in 1747/48 vormden de kapers uit Duinkerken een gevaar. Er vielen ook vissersschepen in hun handen. Uit een krantenbericht blijkt dat er 
tussen februari en mei 1748 zeven hoekers gekaapt werden: een uit Zeeland, twee uit Maassluis en vier uit Vlaardingen. De kapers voeren onder de prinsenvlag om de vissers te misleiden. Twee hoekers lagen ten anker op het zuideinde van de Friesland Bank en hadden hun beuglijn uitstaan, twee anderen bevonden zich noordelijke Noordzee. Van de overige drie is verder niets vermeld. Twee schepen gingen verloren. De andere vijf schepen werden niet genomen, maar gerantsoeneerd. Het ging om zeer hoge rantsoengelden en het is de vraag of iedere reder die wel vlot kon opbrengen om zijn stuurman vrij te kopen. (3)

Er zijn in deze periode geen vissersschepen uit Middelharnis in handen van kapers gevallen.


Bij het opmaken van de lijst van huizen met aantekening van de aanwezige personen t.b.v. van de Liberale Gift (4) in november 1747 bevonden zich slechts twee personen uit Middelharnis op een wachtschip op de Honte (Westerschelde). Het betrof Cornelis Mercij (huisnr. 131) en Klaas Don (huisnr. 248). Mogen we hieruit concluderen dat de schuiten zonder bemanning verhuurd werden ?


1. J.R. Bruijn. Varend verleden. De Nederlandse oorlogsvloot in de 17e en 18e eeuw. Amsterdam 1998, 192.
2. Rechterlijk archief Middelharnis (RAM) inv. nr. 22 en 40, oktober 1747
3. J.R. Bruijn, Zeegang, 193-194.
4. Archief voormalige gemeente Middelharnis, inv. nr. 229, Lijst van huizen t.b.v. de Liberale Gift, 1747.