vrijdag 31 oktober 2014

Adrianus van de Roovaart (1724-1799) en Cornelia Visser (1726-1802)

Ouders
Adrianus Michielsz van de Roovaart is een zoon van Michiel Janszn van de Roovaart (1692- ) en Maria Adriaansdr van den Houten (1697- ) Maria is afkomstig uit Dirksland. Ze zijn op 23 maart 1719 in Stad aan 't Haringvliet getrouwd. Adrianus is op 13 augustus 1724 in Middelharnis gedoopt.
Cornelia Visser is een dochter van Jacob Bastiaansz Visser en Louisa Dirksdr Meijer. Ze is op 31 maart 1726 in Middelharnis gedoopt.

Huwelijk en kinderen

Adrianus en Cornelia trouwden op 2 november 1749, ze waren 25 en 23 jaar oud. Op 9 april 1751 is Jacob geboren, op 18 februari 1753 Michiel en op 15 december 1754 Leendert.

Adrianus en Michiel van de Roovaart, stuurlieden op de schuiten van Middelharnis

Adrianus was in 1782 stuurman van de gaffelvisschuit Jonge Cornelia. De boekhouder van deze schuit was Jacob Visser (vermoedelijk Jacob Gijsbertsz Visser).
Michiel, of Magchiel (1753-1784) was in 1782 stuurman van de bezaanvisschuit Jonge Leendert, boekhouder Andries Vink.

De schuiten zijn op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Magiel van de Rovaard en Adrianus Vanderoovaert zijn op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1).


Huwelijk van de kinderen
Jacob trouwde in 1772  met Adriaantje Gerritsdr Verhagen. Hun dochters heetten Huibertje (1775) en Cornelia (1780). De zonen heetten Adrianus (1773), Gerrit (1777), Joost (1783), Magchiel (1788) en Jan (1791). In 1811 waren ze alle vijf visser. Magchiel was in 1811 stuurman van de Jonge Arentje

Machiel trouwde op 17 juli 1774 met Francina van Duuren, dochter van Frans Fransz van Duuren en Lijntje Buurman. In 1780 werd Cornelia geboren, Frans is in 1781 geboren. Machiel is op 26 februari 1784 begraven (gaardersarchief). Hij was toen dertig jaar oud. Francina is op 1 mei 1785 hertrouwd met Goris Nieuwland, een handelaar uit Nieuwpoort. 
Frans van de Roovaart was aan het eind van de Franse tijd (1811) wachtmeester / maarschalk in Middelharnis

Over Leendert zijn nog geen gegevens bekend. Hij is waarschijnlijk jong overleden.


Adrianus van de Roovaart is op 30 december 1799 overleden.

Jacob van de Roovaart, stuurman onder Deense vlag 1798 en onder Pruisische vlag in 1805.
Jacob, geboren 1751, was een van de 29 stuurlieden uit Middelharnis die in 1798 onder Deense vlag voer (2).
In 1805 voer hij onder Pruisische vlag





Genealogische gegevens afkomstig van jokevanrumpt.nl en cor koene genealogie, bewerkt voor Arjaentje

1. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270
2. Archief voormalige gemeente Middelharnis, inv. nr. 9. Resolutieboek, 25 juni 1798





donderdag 30 oktober 2014

Hendrik van de Roovaart (1731-1803) en Adriaantje Romeijn (1734-1807)

Ouders
Hendrik van de Roovaart is een zoon van Jeroen Leendertsz van de Roovaart (1704-   ) en Tannetje Hendriksdr Visser. Jeroen is voor 1753 overleden want Tannetje is op 20 juli 1753 hertrouwd met Bastiaan Lodewijksz van Driel die in 1711 in Piershil geboren was.
Jeroen en Tannetje hadden twee kinderen: Huibertje, geboren in 1730 en Hendrik die op 16 september 1731 in Middelharnis is gedoopt. Huibertje is gehuwd met Cornelis Geleijnse Langbroek, omgekomen in 1762 toen de schuit waar hij stuurman op was verging (zie bericht van 15 januari 2014).
Adriaantje Cornelisdr Romeijn is een dochter van Cornelis Jansz Romeijn en Maria Arensdr Kas. Haar ouders zijn gehuwd op 26 november 1732. Adriaantje is op 11 april 1734 in Middelharnis gedoopt.

Ventjager
Hendrik van de Roovaart (Rovaerd) was schipper en eigenaar van de ventjagersbezaanbunschuit De Vreede, omtrent tien lasten groot, Hij verkocht de schuit op 22 februari 1782 aan de Compagnie van de heren Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende(1). Het was een van de schuiten die onder Zuid-Nederlandse vlag ging varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784).

Huwelijk en kinderen
Hendrik van de Roovaart en Adriaantje Romeijn zijn op 22 december 1753 getrouwd, hij was 22 en zij 19 jaar oud.
Op 2 november 1755 is Tannetje geboren. Maartje is in 1757 geboren, Adriaantje in 1759, Cornelis in 1762, Jeroen in 1764, Klaas in 1766, Bastiaan in 1767 en Leentje in 1777.

Huwelijk van de kinderen
Tannetje trouwde in 1775 met Frans Dirks Dekker; Maartje trouwde in 1776 met Aren Wafelbakker; Adriaantje met Jonas Janse van Hoften in 1783; Jeroen in 1787 met Neeltje Slis. Bastiaan is drie keer gehuwd: in 1792 met Adriana Goudswaard, in 1801 met Tannetje van der Blom en in 1814 met  de twintigjarige Jannetje Groen.
Jeroen van de Roovaart en Neeltje Slis zijn de ouders van mijn betovergrootmoeder Sijtje van de Roovaart, gehuwd met Maarten Dijkers. Zie bericht van 29 februari 2012 over Sijtje en Maarten.
Bastiaan van de Roovaart (1767-1816) staat in 1811 als winkelier vermeld.

Genealogische gegevens afkomstig van jokevanrumpt.nl bewerkt voor Arjaentje



1. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.

vrijdag 10 oktober 2014

Vissers uit Middelharnis omgekomen als gevolg van de Eerste Wereldoorlog

In het Eilanden-Nieuws van 3 oktober en 10 oktober 2014 een artikel in twee delen van Rinus van Dam over vissers die door oorlogsomstandigheden zijn omgekomen tijdens of vlak na de Eerste Wereldoorlog. De titel van het artikel is: Het tragische lot van de Nederlandse vissers in WO 1; neutraal en toch slachtoffer. Het gaat om vissers die in Middelharnis geboren zijn en waarvan een aantal nog in Middelharnis woonde. De meesten waren in de jaren ervoor naar bijvoorbeeld IJmuiden of Rotterdam verhuisd. 
In totaal zijn 25 slachtoffers van oorlogsgeweld opgespoord. 

Op dit weblog is informatie te vinden over de getroffen vissersfamilies. 

Volg deze link: alfabetisch overzicht



De VL202 Eendragt I, de logger waarmee Hendrik van Eck in 1918 is omgekomen 
met dank aan Henk Westerdijk



vrijdag 3 oktober 2014

Een vlag, een wimpel, een schilderij en de visserijgeschiedenis van Middelharnis

In 1925 mocht het Maritiem Museum "Prins Hendrik" in Rotterdam twee vlaggen en een wimpel in ontvangst nemen. De schenker was Pieter Leendert Slis (1874-1943), naamgenoot en kleinzoon van de bekende reder uit Middelharnis. De toenmalige museumdirecteur was hem uiteraard zeer erkentelijk, maar de voorwerpen hebben zijn belangstelling niet echt gewekt. De drie stukken werden summier omschreven en in het depot opgeborgen.
Recent heeft Sjoerd de Meer, conservator van het Maritiem Museum, de drie doeken nader onderzocht. Wat was de functie van de wimpel en de twee vlaggen, wat stellen de afbeeldingen voor en hoe zijn ze in het bezit van de familie Slis gekomen ? Op deze vragen geeft De Meer antwoord in een mooi geïllustreerd artikel in de nieuwste aflevering van Scheepshistorie 






Tot ver in de negentiende eeuw werden voorstellingen op vlaggen en wimpels veelal geschilderd. Soms kreeg een kunstschilder de opdracht om een voorstelling op een vlag aan te brengen, maar er waren ook vlaggenmakers die zich gespecialiseerd hadden in het beschilderen van het dundoek. De wimpel en de vlaggen die in dit artikel centraal staan zijn voorbeelden van deze ambachtelijke traditie. 

De wimpel komt uit Oudenbosch en is van het jaar 1779. Marco Kuiper heeft er in 2011 in zijn scriptie Vissers en ventjagers al over geschreven. Het is een prijswimpel die door de stad Oudenbosch is uitgeloofd aan de ventjager die de meeste verse vis aanbracht. De lengte is maar liefst 350 cm, het breedste stuk is 40 cm. De gemeentewapens van Middelharnis en van Oudenbosch en het wapen van stadhouder Willem V staan op het brede stuk afgebeeld. Welke ventjager de wimpel heeft gekregen is niet bekend. De wimpel zal via Johannes Slis of de schoonvader van Jacob Slis, Pieter Leendert van der Slik (o.a. boekhouder en bestuurder), in de familie gekomen zijn.

Op de eerste vlag, die waarschijnlijk uit 1855 dateert, is een zinkstuk te zien dat door een groot aantal arbeiders met klei bedekt wordt. De mannen zijn bezig de klei met harken te verspreiden. Aan twee kanten van het zinkstuk liggen vijf schepen die het gevaarte moeten verslepen. Verder staan er nog een sloep, een paar schepen en een molen afgebeeld. F.H. Pijnappels was de maker van dit doek, dat de respectabele afmeting heeft van 225x345 cm. De Meer maakt aannemelijk dat de vlag is gemaakt ter gelegenheid van het gereedkomen van de nieuwe haven van Middelharnis in 1855 (die overigens in 1856 alweer aan het verzanden was).

De tweede vlag heeft geen relatie met de visserij van Middelharnis. Het is een vlag van het koninkrijk Sardinië dat van 1848 tot 1861 heeft bestaan. Waarschijnlijk is de vlag afkomstig van de Johan George Betz uit Vlaardingen waar de familie Slis nauwe betrekkingen mee onderhield.

In het artikel komen nog meer voorwerpen uit de nalatenschap van rederij Slis naar voren.
Een zandloper die op de sloepen als wachtklok in gebruik was, een tropische schelp die diende als scheepstoeter, een model van een Zeeuwse paviljoenpoon ca. 1800 en een schilderij van de MD6 Titia Jacoba.

In het artikel staan fraaie foto's van het schilderij van een anonieme kunstenaar van de MD6 Titia Jacoba (genoemd naar de in 1863 geboren dochter van de reder, een van de "dames Slis").  Het schilderij van de Titia Jacoba is door de firma P.L. Slis en Zn. in 1900 ingezonden naar de Wereldtentoonstelling in Parijs.
Deze sloep en de schippers Maarten van Delft en Dirk van den Hoek zijn al eerder op Arjaentje genoemd. De allereerste vis die in op 25 oktober 1879 op de eerste visafslag van IJmuiden werd verkocht was afkomstig van de Titia Jacoba, schipper Maarten van Delft, en bracht 1194 gulden op (1).
In het Maritiem Museum Rotterdam is ook een technische tekening uit 1877 aanwezig getiteld:
"Lijnenplan van de houten vissloep 'Titia Jacoba' uit Middelharnis met visserijkenmerk MD 6" (inv. nr. T 871). Lijnenplan, waterlijnen en spantenplan. Dit was het eerste schip uit Middelharnis dat ingericht was voor bewaring van vis in ijs. Zie ook inv.nr. TS5955 Blauwdrukken lijnenplan.

Het handgeschreven overzicht "De sloepen van Middelharnis 1834-1923" dat vaak in de teksten op  Arjaentje is genoemd,  is  -zo blijkt uit dit artikel-  eveneens afkomstig van de familie Slis.

Zie voor gegevens over de redersfamilie Slis het bericht van 19 februari 2014 in het blogarchief





noot:
1. C. van Es. Bles voor de kop, geschiedenis en volksleven van IJmuiden. 67




Sjoerd de Meer. Beschilderd dundoek uit Middelharnis
Scheepshistorie 17 (2014) 33-47.
Uitgeverij Lanasta in Emmen.