maandag 14 oktober 2013

Brutaliteiten aan het adres van de sasmeester van Middelharnis 1879

De haven
De toegang tot de haven werd door de jaren heen steeds belemmerd door ophoping van slib. Tussen 1853 en 1855 werden zonder veel resultaat werken uitgevoerd om de haven dieper te maken. In 1859 bleek de kade van de westelijke havendam ondermijnd en in 1860 bracht een storm aanzienlijke schade toe. De haven afsluiten van het buitenwater door een schutsluis was de enig mogelijke oplossing.
Met steun van de Provincie Zuid-Holland en het Rijk werden de werken in april 1864 aangevangen. De bekende waterbouwkundige Pieter Caland maakte een grondig plan: verhoging en verzwaring van de havendijken en de bouw van een schut- en spuisluis. Op 5 augustus 1865 werd de haven in gebruik genomen (1).


Havenhoofd Middelharnis


Spuien en schutten
De sluis had verschillende functies: het spuien van overtollig polderwater en het schutten van schepen. De sluiswachter (sasmeester) had een verantwoordelijke baan waarbij hij verschillende belangen tegen elkaar moest afwegen. Om te kunnen spuien moest het peil in de haven  laag zijn, maar om sloepen binnen te laten moest er voldoende water in de haven staan.

Sasmeester Jan Witvliet had op zaterdag 20 september 1879 polderwater uitgelaten. Omdat het vloed werd en hij sloepen verwachtte trof hij maatregelen om water in de haven te laten. Inderdaad kwamen er twee sloepen aan die van M. Langbroek Hzn.(Kolff) en van Jac. van den Hoek (Slis). Ze waren nog maar net voor de sluis toen bleek dat ook de stoomboot Overflakkee in aantocht was. De sasmeester was genoodzaakt eerst de stoomboot te schutten.


Daarover begon het volk mij te beledigen en verweet mij dat ik zulks niet doen mogt, dat ik eerst water in de haven moet laten en dan de boot schutten, met anderhande brutaliteit. 

Witvliet beklaagt zich in een brief aan de burgemeester. Het gebeurt wel meer dat hij beledigd wordt en het zijn steeds dezelfde mannen die hem brutaliseren. Overigens was Baas (stuurman) van den Hoek wel eerst begonnen met aanmerkingen maken, maar hij begon later te begrijpen dat het niet anders kon. Jan Witvliet vraagt de burgemeester drie met name genoemde matrozen (De Waard, Roodzant, Langbroek) "daarover eens goed te spreken, ten einde zulke brutaliteit ophoud".


pagina 2 van de brief van Witvliet aan de burgemeester
inv. nr. 1350, archief gemeente Middelharnis



Een mooi geschreven brief van deze sasmeester, die een ontwikkeld man geweest moet zijn.

Sasmeester overleden
Exact twee jaar na het voorval met de vissers is de sasmeester verongelukt. Op zaterdag 22 september 1881 's nachts om twee uur overleden in de schutsluis, vermeldt de overlijdensakte.  Jan Witvliet was 58 jaar oud.

(zie ook het volgende bericht).


1. J. Verseput, Van visschershaven naar jachthaven (Middelharnis 1982), 33-35
2. Bron: Archief Gemeente Middelharnis, inventarisnummer 1350.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten