woensdag 18 maart 2015

Stuurmansmerken uit Middelharnis, 1708 en 1735

Merktekens van stuurlieden zijn vaak  min of meer herkenbare figuren, symbolen of afkortingen die gebruikt werden om tonnen en andere voorwerpen die bij de visschuit hoorden te merken. Het anker was een veelgebruikt symbool. Het merk werd ook als handtekening in officiële documenten gebruikt. Stuurmansmerken zijn te vergelijken met gildetekens. 
Twee archiefstukken met merktekens van stuurlieden uit het archief van Middelharnis:

Lantarengeld
In 1708 bracht een aantal stuurlieden het probleem van de slechte verlichting van het havenhoofd en de Kaai onder de aandacht van de halsheren. Het verzoek om meer lantarens te plaatsen werd ondertekend door dertien personen.


Gemeentearchief Middelharnis, inv. nr. 4, 20 november 1708

Dit is het merck van:

Jacob van der Valck, mij present voort jaere 1708
Michiel Cornelisz van Kakum
Cornelis Jacobsz Koningh
Steven van Kakum
Aren van Heest
Pieter Bastiaensz Brij
Bastiaen Cijsje
Jan Ruijter
Barend Jansz [Waterman]
Jan Schoonejongen
Leendert van de Roovaert
Gleijn Mercij
Dirck Floore [van Eck]




Contract over aannemen van bemanningsleden
Op 18 september 1735 tekenden tien stuurlieden een overeenkomst waarin ze afspraken geen bemanningsleden aan te nemen die nog onder contract staan bij een ander.

GA Middelharnis, inv. nr. 426, 18 september 1735


Dit merck is gestelt bij:

Pieter Abelsz Coningh
Hendrik Visser
Arent Abelsz Coningh
Jacob Tijsse Stapel
Frans van Duuren
Aren Hendriksz Pas
Bastiaan Thomasz Visser 
Machiel Leendertsz van de Roovaart 
Cornelis Kanse
Bastiaan Cijsje


In het document van 1735 valt op dat Machiel van de Roovaart als enige zijn naam schrijft. Aren Hendriksz Pas gebruikt de afkorting AH. Het anker is in verschillende verschijningsvormen een veelvoorkomend symbool. 


Was het merk zo algemeen bekend dat het niet nodig werd geacht dat stuurlieden een handtekening zetten of konden ze niet schrijven ? Dit is de vraag die in de studie van Annette de Wit over vissersgemeenschappen in de zeventiende eeuw wordt gesteld. U.J. Mijs beschouwt de merken als een teken dat de stuurlieden geen handtekening konden zetten. De Wit oppert het idee dat het merk zodanig met de identiteit van de stuurman is verbonden dat hij het vanzelfsprekend vond om hiermee te ondertekenen. Degene die het stuk opmaakte schreef de namen erbij. Zij constateert dat de alfabetiseringsgraad onder stuurlieden en vissers in de loop van de zeventiende eeuw steeg.

© Marlies Jongejan, november 2023


Verantwoording:

Annette de Wit. Leven, werken en geloven in zeevarende gemeenschappen; Schiedam, Maassluis en Ter Heijde in de zeventiende eeuw. Amsterdam, 2008. p. 230
A.P. van Vliet. De Zeeuwse zeevisserij in de jaren 1568-1648. Middelburg, 2003. p.80,afbeelding haringmerken Brouwershaven, 1657
U.J. Mijs. De vischafslag van Middelharnis. Middelharnis, 1897.p.11

N.B. het merk van Aren Boon(e) in: Str. VPR 110-1027 van 31-10-1701








Geen opmerkingen:

Een reactie posten