dinsdag 13 december 2016

Stormvloeden in Middelharnis in 1477, 1682 en 1808

De Comas-en-Damianusvloed
Op zaterdag 27 september 1477 zijn grote delen van Vlaanderen, Zeeland en Holland getroffen door een ernstige stormvloed, veroorzaakt door een zware noordwesterstorm. Veel Engelse schepen die met laken op weg waren naar Antwerpen zijn vergaan, het laken spoelde aan op de kust. Ook Bretonse schepen met zout en graan vergingen. De stad Edam verloor 27 schepen op de Noordzee. De schade door overstromingen was aanzienlijk in Vlaanderen en op de Zeeuwse eilanden. Ook Voorne en Putten zijn getroffen (1).

Van Middelharnis is het volgende bekend:

1477. Op den 27 september van dit jaar hebben de polders onder Middelharnis veel geleden door een zware overstrooming (2).
Dit gebeurde kort na de stichting van het dorp in 1466.

De ramp van 1682

Het winterseizoen verliep zeer onstuimig. Op 8 december 1681 woedde al een zware noordwesterstorm. In de weken erna waren er telkens zware stormen en er viel veel regen. Op 24 januari was het volle maan en tijdens de storm van 26 januari was het springtij. De storm hield 36 uur aan, de wind draaide van zuidwest naar noordwest. De stormvloed vond overdag plaats waardoor er minder slachtoffers waren. Vlaanderen ten noorden van de lijn Brugge-Antwerpen en de zuidwestelijke delta overstroomden. In Ooltgensplaat vielen 22 slachtoffers.
Dankzij tijdgenoot Hendrik van Dam woonachtig in Middelharnis beschikken we over een gedetailleerde beschrijving (3).







In Middelharnis was grote materiĆ«le schade. Een bron vermeldt dat de twee bakenstokers van het weggespoelde vuurbaken zijn verdronken (4). De dichteres Tannetje Blok (zie bericht van 6 mei 2015) wijdde een gedicht aan de ramp:

Al op den zes en twintigsten dag
Van januari twee- en tagtig

Als men met groote droefheid sag:

De groote kragt van God Almagtig;

Wanneer hij door sijn slaende hand/

Gink straffen ons Flacqueesche land (5)



De stormvloed van 1808
Het zuidwesten van Nederland werd opnieuw zwaar getroffen in 1808.  In de nacht van 14 op 15 januari liepen talloze polders onder. Uit Middelharnis werd enige schade gemeld.
Van Dirksland tot aan de haven van Middelharnas liepen de zeedijken vrij algemeen over. Op de laatste plaats leden zij, die aan de haven woonden,  door den slag van het water, eenige schade aan hunne woningen, en goederen (6).


Literatuur:
1. J. Buisman. Duizend jaar weer, wind en water in de lage landen, onder red. van A.F.V. van Engelen. dl.4. 1450-1575. Franeker, 1998. p. 150. 
2. B. Boers. 'Beschrijving Van Het Eiland Goedereede En Overflakkee' . Sommelsdijk, J. Jongejan, 1843. p. 290. Bron: Van Alkemade.
3. B. Boers, p.292-293, gebaseerd op Hendrick van Dam. Korte beschrijvinge van alle de plaatsen en polders die ingebroken zijn door de schrickelijcke watervloedt [...].  Rotterdam, 1682, p.46-47.
4. Buisman. Dl.5. 1675-1750. p.93
5. Tannetje Blok. Een nieuw-liedboekje, genaamt het dubbelt Emausje, bestaande in eenige nieuwe liedekens. Terneuzen, J.G.A. Thompson, 1854. naar de laatste uitgave herdrukt. p. 54.
6. S. van Hoek. Natuur en geschiedkundige beschrijving van den verschrikkelijken watervloed [...], 2e stuk, Haarlem, 1808. p. 256 en 288

Zie ook:
Adrie de Kraker. Zes eeuwen stormvloeden en overstromingen in de zuidwestelijke delta. Aard en omvang van de schade en het herstel. In: Zeeland, 25(2016)4, 139-153

Geen opmerkingen:

Een reactie posten