In 1904 nam de sloep met schipper J. van Vliet nog vanuit Vlaardingen aan de haringvisserij deel. Een eerdere vermelding, eveneens van deelname aan de haringvisserij, dateert uit de Maasbode van 25 juli 1899.
Maasbode, 29 november 1904 |
Arjanus herinnerde zich de sloep Leo en Willy (Zee en Eiland, p.50)
Aan de overzijde op de wurft van Peeman lag scheef de Leo en Willy, het kleinste schip van de vloot, met een plat gat, pardon achtersteven, om opgekalefaterd te worden
In november 1905 vertrok het schip voor het eerst vanuit Middelharnis met als stuurman Jan de Waard.
Maas- en Scheldebode, 4 november 1905 |
Uit: de sloepen van Middelharnis, 1907 |
Op 19 maart 1906 meldde het Rotterdamsch Nieuwsblad onder het kopje "Slechte reizen" een lage besomming voor de Leo en Willy van 250 gulden. In 1906 had de sloep tijdens de zomerzoutreis een redelijke besomming in vergelijking met andere sloepen die in september terugkwamen (Maas- en Scheldebode, 22 september 1906).
In januari 1908 ontstonden er problemen. Vier matrozen weigerden om naar zee te gaan. Ze hadden de hele winter nog niets verdiend.
Maas- en Scheldebode, 29 januari 1908 |
Begin februari werd de sloep buiten vaart gesteld (Rotterdamsch Nieuwsblad, 7 februari 1908) en van IJmuiden naar Middelharnis gevaren.
In september 1908 werd de sloep toch opnieuw in gereedheid gebracht voor de verse visvangst (Maas- en Scheldebode, 2 september 1908).
In april 1910 heeft Jan de Waard ontslag gevraagd na afloop van het winterseizoen. Na het vergaan van de Luctor et Emergo in januari 1910 besloten veel vissers te stoppen. Mogelijk was er een verband tussen het gebrek aan vissers en het ontslag van de schipper.
Maas- en Scheldebode, 9 april 1910 |
In 1911 heeft Vriens het schip onderhands verkocht aan de nieuw opgerichte Hansa Visscherij-maatschappij, directeur C. van Wienen te Haarlem (Algemeen Handelsblad, 9 maart 1911).
Jan de Waard bleef de schipper, nu van de IJM 173 Hansa I
Maasbode, 4 april 1911 |
Daarna heeft Jan de Waard nog zeventien jaar als kabeljauwzouter gewerkt voor schipper Hein Drijver op een stoomtrawler uit IJmuiden die op IJsland voer. De schipper wilde alleen maar Menheersenaard om de kabeljauw te snijden en te zouten. (interview met Jacob Sala, ZB 1900 E 10 B).
Het voordeel van de IJslandvaart was dat je in Middelharnis kon blijven wonen.
Jan de Waard (1866-1934) en Arendje van der Put (1865-1929)
Jan de Waard is op 16 april 1866 in Middelharnis geboren, zoon van Jan de Waard en Jannetje Koppelman. De grootvader van Jan was Leendert de Waard, de stuurman van de Catharina Elizabeth, de sloep die in 1828 is vergaan (zie bericht van 9 december 2013).
Jan de Waard trouwde (20 jaar) op 16 maart 1887 met Arendje van der Put (21 jaar), geboren 1 september 1865, dochter van Cornelis van der Put en Magdalena de Korte. Jan was visser en Arendje dienstbode ten tijde van het huwelijk.
Op 21 mei 1887 werd zoon Jan geboren. Daarna Magdalena (1888), Jannetje (1891, na een maand overleden), Jannetje (1893), Martijntje (1895), Jacoba (1898), Cornelis (1900), Hendrik (1903) en Leendert (1906).
Jan de Waard en Arendje van der Put bleven altijd in Middelharnis wonen.
Jan, Magdalena, Jannetje en Martijntje zijn tussen 1907 en 1913 uit Middelharnis vertrokken naar Den Haag. Martijntje is gehuwd met Nicolaas Baak, zoon van een loggerschipper uit Scheveningen. Het jonge stel vertrok in 1919 naar Nederlands-Indiƫ waar op 11 september 1920 dochter Martina Baak is geboren. Nicolaas Baak is in 1921 of 1922 in Indiƫ overleden. Martijntje is op 25 juni 1926 in Middelharnis met Paulus de Blok hertrouwd.
Jacoba trouwde op 6 december 1918 in Middelharnis met Aren Faasse die politieagent was in Utrecht. Cornelis trouwde op 25 april 1929 met Wilhelmina van Boekhoven. Hendrik trouwde op 11 juni 1926 in Middelharnis met Maartje van der Slik.
Arendje van der Put is op 19 maart 1929 overleden in Middelharnis; Jan de Waard is op 12 november 1934 in Middelharnis overleden.
*bevolkingsregister Middelharnis 1890-1920
Genealogische gegevens van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje.
Mededeling over Martijntje de Waard via e-mail van een kleinzoon
Jan de Waard (1866-1934) en Arendje van der Put (1865-1929)
Jan de Waard is op 16 april 1866 in Middelharnis geboren, zoon van Jan de Waard en Jannetje Koppelman. De grootvader van Jan was Leendert de Waard, de stuurman van de Catharina Elizabeth, de sloep die in 1828 is vergaan (zie bericht van 9 december 2013).
Jan de Waard trouwde (20 jaar) op 16 maart 1887 met Arendje van der Put (21 jaar), geboren 1 september 1865, dochter van Cornelis van der Put en Magdalena de Korte. Jan was visser en Arendje dienstbode ten tijde van het huwelijk.
Op 21 mei 1887 werd zoon Jan geboren. Daarna Magdalena (1888), Jannetje (1891, na een maand overleden), Jannetje (1893), Martijntje (1895), Jacoba (1898), Cornelis (1900), Hendrik (1903) en Leendert (1906).
Jan de Waard en Arendje van der Put bleven altijd in Middelharnis wonen.
Jan, Magdalena, Jannetje en Martijntje zijn tussen 1907 en 1913 uit Middelharnis vertrokken naar Den Haag. Martijntje is gehuwd met Nicolaas Baak, zoon van een loggerschipper uit Scheveningen. Het jonge stel vertrok in 1919 naar Nederlands-Indiƫ waar op 11 september 1920 dochter Martina Baak is geboren. Nicolaas Baak is in 1921 of 1922 in Indiƫ overleden. Martijntje is op 25 juni 1926 in Middelharnis met Paulus de Blok hertrouwd.
Jacoba trouwde op 6 december 1918 in Middelharnis met Aren Faasse die politieagent was in Utrecht. Cornelis trouwde op 25 april 1929 met Wilhelmina van Boekhoven. Hendrik trouwde op 11 juni 1926 in Middelharnis met Maartje van der Slik.
Arendje van der Put is op 19 maart 1929 overleden in Middelharnis; Jan de Waard is op 12 november 1934 in Middelharnis overleden.
*bevolkingsregister Middelharnis 1890-1920
Genealogische gegevens van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje.
Mededeling over Martijntje de Waard via e-mail van een kleinzoon
Geen opmerkingen:
Een reactie posten