woensdag 26 mei 2021

De laatste aanvoer van zoute vis in de haven van Middelharnis (1913)

In de zomer ondernamen de sloepen van Middelharnis zoutreizen. Met de zomerzoutreizen is in 1818 begonnen. De aanvoer bestond in hoofdzaak uit kabeljauw. De kelen en lippen  van de kabeljauw werden apart ingezouten, evenals de wangen (kibbelen). Er werd ook leng en koolvis aangevoerd.
In Middelharnis zelf was geen handel in zoute vis, alles ging naar Vlaardingen. In het midden van de negentiende eeuw losten de sloepen in Vlaardingen. Later werd de lading in Middelharnis gelost. De tonnetjes van alle sloepen werden verzameld en vanuit Middelharnis naar Vlaardingen vervoerd.

Beschier Faasse vertelt hierover in Eilanden-nieuws van 11 augustus 1948:
Dan ging men over tot het lossen van de vis; let wel de gezouten vis in het zomerseizoen gevangen. Deze vis werd in een schuit geladen, toen door P. van 't Hof en Matth. Smit, die deze vis naar Vlaardingen aan de markt brachten.

In 1911 werd de zoute vis van vijf sloepen nog in Middelharnis aangevoerd, getuige de berichten in de Maas- en Scheldebode van 9, 13 en 16 september 1911.







Op 16 augustus 1913 meldde de Maas- en Scheldebode dat stuurman Leendert Koster met de MD 14 Paul Kruger binnengelopen was. De schamele vangst bestond na een reis van twaalf weken uit 15 tonnetjes zoute vis. De bemanning verdiende niets.





De aanvoer van verse vis stopte in 1897.
De lading van de Paul Kruger in 1913 was de laatste zoute vis die in Middelharnis binnenkwam. 



Zie ook: Hendrik de Korte, 'Iets over de visserij van Middelharnis', Eilanden-nieuws, 6 augustus 1947

Geen opmerkingen:

Een reactie posten