Lambertus Kolff. Regent in de Bataafs Franse tijd
Na het overlijden van Cornelis Kolff in 1830 zette zijn weduwe (en nicht) Hermina Johanna Kolff de rederij voort onder de naam Wed. C. Kolff en Zoon.
Weduwe Cornelis Kolff Hermina Johanna Kolff (1784-1859) |
In de negentiende eeuw ontwikkelden leden van de familie Slis zich naast de familie Kolff als belangrijke reders:
Behalve Slis en Kolff had Middelharnis enkele kleinere boekhouders en reders die een tot drie sloepen onder hun hoede hadden. Dit waren:
Gabriƫl de Jonge (1767-1849). Hij was in 1821 de opdrachtgever voor de bouw van de vissloep Jonge Jacomina. Hij bleef boekhouder van deze sloep tot en met het seizoen 1832-33. Daarnaast was hij boekhouder van de gaffelschuit Wilhelmina. De Jonge kwam oorspronkelijk uit Nieuwe Tonge. Hij was koopman en schipper van beroep. De Jonge was vanaf 1813 lid van de gemeenteraad van Middelharnis. In de jaren 1820 was hij assessor, een functie die vergelijkbaar is met wethouder
Pieter den Baars (1793-1832) was boekhouder van de sloep Cornelia Johanna. Deze sloep werd in april 1822 in gebruik genomen, mogelijk was Pieter den Baars ook de opdrachtgever voor de bouw. De naam van de sloep veranderde in het seizoen 1827-28 in Jonge Anthony. Zijn grootvader Pieter den Baars was broodbakker en boekhouder van een gaffelvisschuit waarin hij drie vierenzestigste part bezat. De schuit heette Cornelis en Jacobus, genoemd naar zijn beide zonen. Daarnaast had hij nog parten in vijf andere schepen. Zoon Jacobus den Baars is in 1797 in Vlaardingen getrouwd met Alida Hoogendijk, een dochter van Arij Claasz Hoogendijk die boekhouder, reder en (wijn)koopman was. Jacobus staat vermeld als wijnkoper, koopman en reder. Pieter den Baars was dus via zijn oom en tante bekend met de wereld van de Vlaardingse reders. Na het overlijden van Pieter nam zijn vrouw, Dirkje Schenk, het boekhouderschap over. Dirkje was afkomstig uit een familie van zeilmakers. Haar broer Aart Schenk is ook nog enkele jaren boekhouder van Jonge Anthony geweest. Voor het seizoen 1846-47 nam Jan Kom het van hem over.
Jan Kom (1803-1865) was koffiehuishouder en boekhouder van de Jonge Anthony sinds 1846. In 1849-50 werd hij boekhouder van een andere sloep waarvan de herkomst niet bekend is. Hij noemde deze sloep de Vrouw Maartje naar zijn vrouw Maartje Kas. Na zijn overlijden in mei 1865 verkocht Maartje Kas de Vrouw Maartje. De sloep was mede eigendom van Joost van den Tol (1799-1855) bouwman in Stad aan 't Haringvliet. Jan Kom was eigenaar van een tweede schip, genaamd Klaartje, een klein vissersvaartuig.
Johannis Meijer Veerman (link naar tekst van 19 december 2012).
Jeroen van de Rovaart Peeman (1820-1887), scheepmaker, was in 1867 boekhouder van de nieuwgebouwde sloep Jannetje en Sara, in 1869 ook van de Vijf Gebroeders en in 1875 van de Willem de Zwijger. Ook zijn oudste zoon Jan Peeman (1844-1902) stond in 1872 als reder te boek. Peeman stopte als reder in 1878. Van de drie sloepen gingen er twee over naar Slis. De Jannetje en Sara ging over naar Kolff en werd vervolgens gesloopt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten