vrijdag 13 juli 2012

Brood uit het water, een roman over de visserij (Vlaardingen)

Op een regenachtige dag heb ik van de week de roman 'Brood uit het water' van Fenand van den Oever gelezen. Dit boek was ook bij oud-vissers uit Middelharnis bekend. Een van hen, Jacob Sala, noemt de titel in een interview.
Jacob Sala, ging na de teloorgang van de beugvisserij in Middelharnis samen met zijn broer bij schipper  Bram Jongejan op een Pernisser sloep varen. Daarna kwam hij bij de Holland Amerika lijn en vervolgens ging hij in Vlaardingen werk zoeken. Zodoende kwam hij weer in de beugvisserij terecht. In de beugvisserij in Vlaardingen verdiende hij weinig,  maar in de zomerse haringvisserij van  8-9 dagen per reis, verdiende hij meer dan bij de HAL. Hij voer bij reder Hoogendijk.  In
1930 kwam er grote werkeloosheid in visserij,  hij kreeg geen werk meer want de reders moesten van gemeente zoveel mogelijk Vlaardingers aannemen. Toen is hij op het land gaan werken.  

Over deze crisisperiode gaat de roman 'Brood uit water'.
Fenand van den Oever heeft nog twee andere romans op zijn naam staan met de visserij als thema: 'Laat mij maar zwerven' en 'De zee is ons land'. Voor Middelharnis missen we een dergelijke bron, maar voor zover Van den Oever over de beugvisserij schrijft is het wel vergelijkbaar.
De twee hoofdpersonen van 'Brood uit het water' zijn de legendarische schipper van het oude stempel Wijnand Hoogendijk de kabeljauwkoning die het beugen niet kon laten en aankomend schipper Arend-Michiel van Roon de haringkoning met zijn vernieuwende opvattingen.
Een mooi verhaal op de grens van de oude en de nieuwe tijd zo rond 1925. Er waren al loggers en trawlers op stoom, maar een aantal reders hield vast aan de traditionele schepen en ook de meeste bemanningsleden waren niet zo voor vernieuwing.
Door de tegenvallende opbrengsten verarmde een groot deel van de bevolking.
De roman met illustraties  van Anton Pieck geeft een doorkijkje in het leven aan boord, de spanning over de opbrengsten, de vangstmethoden en geeft ook de sfeer aan boord goed weer. 


't Vrondel, logies van de bemanning
op de sloepen van Middelharnis was de naam Vrongele
tekening van Anton Pieck, p. 39 van het boek
Brood uit het water, Fenand van den Oever
Een van de matrozen kwam uit Egmond en zorgde met zijn harmonica voor wat vrolijkheid. Een andere matroos haalde voortdurend het geloof erbij en zon veel psalmen en las in de Christelijke Zeevaarder. Een derde matroos was een vakbondsman die zijn opvattingen over het kapitaal niet onder stoelen of banken stak. De tragiek van man over boord  en de gevolgen voor de weduwe en wezen; de oude man die op zijn laatste reis aan een oog blind wordt van het zout, het komt allemaal aan bod. Maar het is vooral de drankzuchtige en nukkige heerser Wijnand Hoogendijk die de sfeer bepaalt. Ondertussen werkt Arend-Michiel met succes aan zijn loopbaan; op zijn twintigste jaar is hij al schipper en kan hij zijn eigen ideeën toepassen.

De vissers uit Middelharnis hielden op zondag rustdag, er werd niet gevist en de schipper ging voor in de kerkdienst op basis van de Christelijke Zeevaarder. Dat  was in Vlaardingen niet zo, althans niet in deze roman.
De figuren uit het boek moeten voor de Vlaardingers in 1946 wel heel herkenbaar zijn geweest . Het is ook als toneelstuk bewerkt en opgevoerd in 1994.

Interview met een inwoner uit Middelharnis, ZB 1900 E 10B

Fenand van den Oever. Brood uit het water; met illustraties van Anton Pieck
Nijkerk, Callenbach, [1946].

Geen opmerkingen:

Een reactie posten