dinsdag 1 juli 2014

Eene droevige ramp op het Haringvliet in 1828

In de maand januari 1828 zijn vijf mannen op het Haringvliet verdronken. Twee personen, Danker van Gilst (schipper) en Bastiaan Kanse (schippersknecht), waren op 15 januari 1828 op weg met een schuit met vis naar Antwerpen toen hun boot tussen Den Bommel en Ooltgensplaat gezonken is.
Op 19 januari gingen Arij Benne (schipper), Arij Lugthart (schippersknecht) en Jacob Ruitenberg (schippersknecht) op weg vanuit Middelharnis om naar overblijfselen te zoeken. Ook hun boot is in de problemen gekomen en ook deze mannen zijn verdronken.
Lambertus Kolff, reder (boekhouder) van vissloepen, nam het initiatief voor een landelijke inzameling ten behoeve van de weduwen en wezen. 
Bij de twee ongelukken samen kwamen vijf mannen om het leven. Vier vrouwen werden weduwe en acht kinderen verloren hun vader (in onderstaand bericht staan opgeteld elf kinderen).


Korte tijd later, op 5 maart 1828, is de nieuw gebouwde sloep Catharina Elizabeth met de volledige bemanning van dertien mensen vergaan (zie bericht van 9 december 2013). Zeven weduwen en negentien wezen bleven achter.



Leeuwarder Courant 19 januari 1828

Danker van Gilst (1788-1828) en Susannetje van der Put (1798-1852)
Danker van Gilst (1) is op 9 maart 1788 in Sommelsdijk gedoopt. Hij was viskoper, handelde in verse vis die hij naar Antwerpen bracht.
Danker is op 8 april 1818 getrouwd met Johanna van Eck. Hun dochter Maria is op 6 juni 1818 geboren waarna Johanna op 13 juni 1818 aan de gevolgen van de bevalling overleden is. Maria is vier dagen later overleden.
Op 11 december 1820 is Danker hertrouwd met Susannetje van der Put, geboren 25 oktober 1798 (evenals haar tweelingbroer Hendrik). Zij is een dochter van Hendrik van der Put en Elizabeth Vogelaar (zie bericht van 10 juni 2014). In 1821 is Elisabeth geboren, zij heeft maar kort geleefd. In 1822 is Gijsbart geboren, in 1824 Cornelis en in 1826 Elizabeth.

Danker was 39 jaar toen hij op 16 januari 1828 op het Haringvliet omgekomen is. Susannetje bleef achter met drie kinderen onder de zes jaar. Ze is op 20 mei 1831 hertrouwd met Gerrit den Boer, een visser (later stuurman) met vier kinderen. Susannetje was 53 jaar toen ze op 6 januari 1852 overleed. Ze woonde toen op het Vissersdijk.
Gijsbart van Gilst (1822-1863) is op 25 augustus 1863 om het leven gekomen aan boord van de Western Continent ter hoogte van Sunderland. Hij was in 1858 in Rotterdam gehuwd met Francina Grinwis.
Cornelis van Gilst (1824-1866) werd visser. Hij trouwde met Maatje Grootenboer die in 1865  in Antwerpen overleden is (haar zus Aaltje Grootenboer, weduwe van Willem Jongejan woonde daar).
Elizabeth van Gilst (1826-1864) trouwde met Bastiaan van der Meide (arbeider, later vuurstoker). Ze zijn naar Den Helder verhuisd.

Bastiaan Kanse (1803-1828)
Bastiaan was de knecht van Danker van Gilst. Hij was samen met Danker op weg naar Antwerpen met vis toen hun boot omsloeg. Bastiaan is gedoopt 26 februari 1803, zoon van Jacob Kanse en Marie Hollaar. Bastiaan was 24 jaar en ongehuwd.


Middelharnis 1828, overlijdensakte 9 en 10.
Danker van Gilst en Bastiaan Kanse


Arij Benne (1796-1828) en Maria van der Sloot (1795-1862)
Arij Benne was schipper, een van de drie mannen die op zoek gingen naar de schuit van Danker van Gilst. Arij is geboren op 19 januari 1796 in Koorndijk. Hij is op 4 augustus 1822 in Middelharnis getrouwd met Maria van der Sloot, dochter van Cornelis van der Sloot en Elisabeth Bree. Maria is op 27 december 1795 in Middelharnis geboren. Arij en Maria kregen twee kinderen : op 30 oktober 1822 is Pleun geboren en op en Klaartje op 13 februari 1825.
Arij is op zijn verjaardag, 19 januari, omgekomen. Hij was 32 jaar. Maria bleef achter met twee kinderen onder de zes jaar. Op 14 mei 1831 kreeg ze een zoon genaamd Daniël van een onbekende vader. De jongen overleed 3 juni 1831 (naam van de moeder: Elizabeth Sloot).
Maria is in 1833 hertrouwd met Simon Waterman. Dit was haar derde huwelijk want voordat ze met Arij trouwde was ze met Egge Lammers getrouwd, waar ze van gescheiden is na zijn veroordeling tot twintig jaar gevangenisstraf in 1819 (zie bericht van 12 mei 2014).

Arij Lugthart (1793-1828) en Arjaantje Stadhoek (1797-1887)
Arij Lugthart is ca. 1793 in Haarlem geboren. Hij trouwde op 4 februari 1821 in Sommelsdijk met Arjaantje (Adriaantje)  Stadhoek, geboren in Nieuwe-Tonge. Op 27 juli 1821 werd Arij in Middelharnis geboren, hij is in december in Vlaardingen overleden.
Arij was 34 jaar toen hij omgekomen is. Hij was schippersknecht, een van de drie mannen die op zoek gingen naar de schuit van Danker van Gilst.
Arjaantje Stadhoek is niet hertrouwd, ze overleed in 1887 in Oude-Tonge toen ze negentig jaar oud was. Ze had een dochter, Maatje Lampert geboren in 1817, uit haar eerste huwelijk.

Jacob Ruitenberg (1782-1828) en Cornelia Langerman (1785-1838)
Jacob Ruitenberg is gedoopt op 16 januari 1782 in Middelharnis. Hij is een zoon van Teunis Ruitenberg en Susanna van den Tol. Jacob is op 14 november 1808 getrouwd met Cornelia Langerman uit Nieuw-Beijerland, geboren 13 maart 1785. Suzanna is op 7 mei 1810 in Stad aan 't Haringvliet geboren en Anna op 29 december 1815.
Jacob was was 46 jaar toen hij omgekomen is op 19 januari 1828. Hij was schippersknecht, een van de drie mannen die op zoek gingen naar de schuit van Danker van Gilst.
Cornelia bleef achter met haar twee dochters. Ze is op 12 oktober 1829 hertrouwd met Arij Onderdelinden en op 19 mei 1838 overleden.

Middelharnis 1828, overlijdensakte 13,14 en 15. 
Arij Benne, Arij Lugthart en Jacob Ruitenberg


Genealogische gegevens afkomstig van Joke van Rumpt, bewerkt voor Arjaentje
Gegevens  Van Gilst/ van der Put afkomstig van Pieter Koster te Haarlem


1. Danker was volgens de militieverklaring 1 el, 6 streep en 2 streng lang. Bij de invoering van het metrieke stelsel in 1820 werd de el gelijkgesteld aan een meter. Dat zou betekenen dat hij ± 160 cm lang was. Verder had hij, volgens het formulier van de Nationale Militie, een lang of ovaal gezicht, een rond voorhoofd, bruine ogen, een ronde kin, zwart (of bruin) haar en wenkbrauwen en als bijzonder kenmerk had hij een putje in de kin. Opmerkelijk is dat hij niet aan zijn verplichting (in 1814) ten opzichte van de Land-Militie heeft kunnen voldoen omdat hij buitenslands was. Maar waar en waarom wordt niet onthuld.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten