Maarten Marinusse Dupree is een zoon van Marinus Daniëls Dupree en Maria Maartens Slootmaker. Hij is gedoopt op 27 januari 1735 in Middelharnis.
Anna Cornelisse Abeele is een dochter van Cornelis Pietersz Abeele en Magdalena Joostens Masteluijn. De vader van Anna was stuurman (zie bericht van 3 novemer 2014). Anna is op 7 december 1738 gedoopt.
Trijntje Ariensdr Lagendijk is op 20 november 1735 in Middelharnis gedoopt.
Maria Buurman is op 9 augustus 1750 gedoopt.
Huwelijken en kinderen
Anna Abeele is op 12 maart 1771 overleden, begraven. Ze was 32 jaar oud. Uit het huwelijk zijn geen kinderen bekend.
Maarten was 36 jaar toen hij op 29 december 1771 trouwde met Trijntje (Teuntje) Lagendijk. Zij was de weduwe van Huijbregt Schep en eerder weduwe van Boudewijn Pickaart. Op 16 september 1772 is Marinus Dupree gedoopt, op 29 mei 1774 Arij Dupree en op 30 juni 1776 Jeroen. Trijntje Lagendijk is op 20 mei 1785 begraven, ze was vijftig jaar oud.
Maarten is op zijn vijftigste jaar op 30 november 1785 hertrouwd met Maria Wouters Buurman, 35 jaar oud. Uit dit huwelijk werd een dochter Maria (1789-1818) geboren. Zij is op 18 oktober 1789 gedoopt. Hun tweede dochter heette Johanna, zij is op 6 juni 1792 gedoopt.
Stuurman van de gaffelschuit de Prins van Orangien
Voordat hij ventjager werd was Maarten stuurman op een gaffelschuit. Zijn opvolger was Jan Bouwensz Kom. De schuit is in 1784 vergaan. Zie bericht van 8 augustus 2014.
Ventjager op de Twee Gebroeders in 1782
De ventjagersbezaanbunschuit Twee Gebroeders uit Middelharnis had als stuurman Maarten Dupree.
De schuit is onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag gaan varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog. Op 11 april 1782 is hiervoor een borg betaald (1).
Maarten Dupree in de Bataafs Franse tijd
Op 7 augustus 1804 ondertekende Maarten een brief vanuit Londen met het verzoek aan de reder Leendert van den Tol om geld over te maken. Waarschijnlijk bevond hij zich daar omdat hij zich op een gekaapte gaffelschuit bevond.(2) Zijn neef en stiefschoonzoon Marinus Haverstadt (zie bericht van 6 januari 2016) was ook in Londen.
Daarna begon hij een handeltje in wanten. Op 31 oktober 1810 verklaarde het gemeentebestuur dat Maarten Dupree allerlei soorten Friese wanten verkocht en dat die wanten uitsluitend van inlandse wol gemaakt waren. (3) Het certificaat werd afgegeven om te voorkomen dat Maarten beschuldigd zou worden van verkoop van uit Engeland geïmporteerde waar.
Arij Dupree, stuurman op de gaffelschuit Trijntje en Neeltje in 1821
Zoon Arij werd stuurman op een gaffelschuit. De schuit ging in 1821 verloren. Zie bericht van 31 augustus 2014.
Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje
Maria Buurman is op 9 augustus 1750 gedoopt.
Huwelijken en kinderen
Anna Abeele is op 12 maart 1771 overleden, begraven. Ze was 32 jaar oud. Uit het huwelijk zijn geen kinderen bekend.
Maarten was 36 jaar toen hij op 29 december 1771 trouwde met Trijntje (Teuntje) Lagendijk. Zij was de weduwe van Huijbregt Schep en eerder weduwe van Boudewijn Pickaart. Op 16 september 1772 is Marinus Dupree gedoopt, op 29 mei 1774 Arij Dupree en op 30 juni 1776 Jeroen. Trijntje Lagendijk is op 20 mei 1785 begraven, ze was vijftig jaar oud.
Maarten is op zijn vijftigste jaar op 30 november 1785 hertrouwd met Maria Wouters Buurman, 35 jaar oud. Uit dit huwelijk werd een dochter Maria (1789-1818) geboren. Zij is op 18 oktober 1789 gedoopt. Hun tweede dochter heette Johanna, zij is op 6 juni 1792 gedoopt.
Stuurman van de gaffelschuit de Prins van Orangien
Voordat hij ventjager werd was Maarten stuurman op een gaffelschuit. Zijn opvolger was Jan Bouwensz Kom. De schuit is in 1784 vergaan. Zie bericht van 8 augustus 2014.
Ventjager op de Twee Gebroeders in 1782
De ventjagersbezaanbunschuit Twee Gebroeders uit Middelharnis had als stuurman Maarten Dupree.
De schuit is onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag gaan varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog. Op 11 april 1782 is hiervoor een borg betaald (1).
Maarten Dupree in de Bataafs Franse tijd
Op 7 augustus 1804 ondertekende Maarten een brief vanuit Londen met het verzoek aan de reder Leendert van den Tol om geld over te maken. Waarschijnlijk bevond hij zich daar omdat hij zich op een gekaapte gaffelschuit bevond.(2) Zijn neef en stiefschoonzoon Marinus Haverstadt (zie bericht van 6 januari 2016) was ook in Londen.
Daarna begon hij een handeltje in wanten. Op 31 oktober 1810 verklaarde het gemeentebestuur dat Maarten Dupree allerlei soorten Friese wanten verkocht en dat die wanten uitsluitend van inlandse wol gemaakt waren. (3) Het certificaat werd afgegeven om te voorkomen dat Maarten beschuldigd zou worden van verkoop van uit Engeland geïmporteerde waar.
Arij Dupree, stuurman op de gaffelschuit Trijntje en Neeltje in 1821
Zoon Arij werd stuurman op een gaffelschuit. De schuit ging in 1821 verloren. Zie bericht van 31 augustus 2014.
Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje
1. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 29, 43
2. idem, inv. nr. 45, 25 augustus 1804.
3. idem, inv. nr. 31, 31 oktober 1810.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten