woensdag 20 januari 2016

Pleidooi voor meer lichten in het Goereese Gat in 1785

Cornelis Goekoop, 'opziender over 's lands werken en de zeebakens op den eilande Goedereede, woonende aldaar', zond in 1785 een verhandeling in naar aanleiding van een vraag van de 'Oeconomische tak van de Hollandsche maatschappij der weetenschappen'.


In de verhandeling beschrijft hij de gevaarlijke situatie in het Goereese Gat en de vele scheepsrampen die daar plaatsvinden. Hij houdt een pleidooi voor twee extra lichten. Een vuurbaken op de Oude Nieuwlandse dijk, bewesten het stenen baken, dat hoog genoeg is om over de duinen heen gezien kan worden. En op de duinen even beoosten de Oosternol een goed lichtende lantaren die boven de Kwaden hoek gezien te worden.
De verhandeling wordt, zoals voorgeschreven door de Hollandsche maatschappij, gevolgd door getuigenissen van belanghebbenden die deze oplossing onderschrijven.
Evaren zeelieden verklaren dat deze twee nieuwe lichten de zeelieden zullen helpen om 's nachts hun weg te vinden.
'met behulp van compas en dieploot, des nachts door een kundig zeeman met een goed schip en vaarbaar weder, bevaarbaar te kunnen worden, en dat zulk een schipper derhalven voortaan niet meer gehouden zoude weezen om door duisternis in zee te blijven'.

De achttien ondertekenaars komen uit Delfshaven (4), Middelharnis (3), Rotterdam (4), Pernis (4), Schiedam (3). Allen ervaren stuurlieden op vissers- of koopvaardijschepen.

Ondertekenaars uit Middelharnis zijn: Simon Gerritse Stapel, Herman Koert en Willem de Blomme




Goekoop roemt de uitstekende stuurmanskunst van ervaren vissers. Ze zijn even goed op de hoogte van de situatie als de loodsen.



Cornelis Goekoop. Antwoord op de vraage [...] Over het plaatsen van vuuren aan een of ander zeegat.. Haarlem 1785. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten