maandag 3 oktober 2016

Januari 1745: 9.000 kabeljauwen aangevoerd op de visafslag van Middelharnis


Op de visafslag van Middelharnis brachten de vissers van Pernis, Zwartewaal, Middelharnis en andere plaatsen hun vangst aan. Er zijn weinig cijfers bekend over de omvang van de aanvoer. In 1749 verscheen het boek van uitgever Tirion dat we kennen als de 'Tegenwoordige Staat'. Hierin staat het opmerkelijke feit vermeld dat in januari 1745 op een dag 9.000 kabeljauwen werden aangevoerd die in vier of vijf dagen gevangen waren. Daarnaast werd nog veel andere vis aangevoerd. Kabeljauw moest 78,3 centimeter zijn (30 duim) volgens het reglement van de visafslag.
De vis ging vooral naar Brabant, in het bijzonder naar de steden Antwerpen en Mechelen en naar het huidige Noord-Brabant.
In de zomer wordt dikwijls een grote hoeveelheid tarbot in Engeland verkocht.
De hoofdnering van het dorp is de vangst van verse vis.

Maar het dorp was in 1745 niet alleen van de visserij afhankelijk. Ook de landbouw en de productie van meekrap waren belangrijke middelen van bestaan.















Uit: Hedendaagsche historie of tegenwoordige staat van alle volkeren .... Deel 17, 1749. p.185.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten