vrijdag 3 maart 2017

Een paspoort voor een visschuit uit Middelharnis in verband met de pestepidemie (1722)

De laatste grote pestepidemie in Europa brak in 1720 in Marseille uit. In deze stad en in de omgeving overleden 100.000 mensen aan deze ziekte. In de Republiek werden tal van voorzorgsmaatregelen genomen om te voorkomen dat de ziekte zich door het handelsverkeer zou verspreiden. Alle scheepvaartverkeer vanuit het Middellandse zeegebied werd verboden en het verkeer vanuit alle andere Franse havens werd streng gecontroleerd. De angst voor besmetting was groot. Bij het overhandigen van scheepspapieren moesten deze eerst in azijn worden gedompeld. De maatregelen werden onder andere uitgevoerd door de loodsen van de Admiraliteit op de Maze (1).

Bastiaan Florusse van Eck, stuurman op de bezaanbunschuit de Eendragt, kreeg op 22 januari 1722 een verklaring van schout en schepenen van Middelharnis mee dat in Middelharnis en omstreken
 'onder Gods goedheijd geen de minste besmettelijke siekte werd bespeurt.'
De dorpsbestuurders verzoeken om deze stuurman 'varende van hier te visse' met zijn schuit en bootsvolk te laten passeren op alle havens, stromen en rivieren.
Waarom alleen deze stuurman om een dergelijk paspoort verzocht is niet vermeld.

De bemanning van de Eendragt bestond uit tien personen: zes 'vennoten' en vier jongens.


1. Zie voor de maatregelen: Resolutien van de Heeren Staaten van Hollandt ende Westvrieslandt. Concept-resolutie van de Staten-Generaal dd. 5 septemver 1721, p. 632-648. Via Google books
2. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr. 26, folio 216v, 22 januari 1722.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten