dinsdag 18 april 2017

De ramp met de gaffelschuit 't Witte Lam in 1731

Op 21 maart 1731 verschenen voor de schepenen van Middelharnis Jan Gerritsz Bliek en ventjager Gerrit Jansz Bliek namens de reders van
de gebleve gaffelschuijt T Witte Lam, gevoert bij Hendrik Flore van Eck
De mast, stag en wanttouwen van de vergane gaffelschuit waren opgevist, geborgen en in bewaring gegeven bij Jacob Briel (1666-1737), raad en vroedschap van de stad Brielle en rentmeester der Espargnes (domeinen) van het Land van Voorne. De reders verkochten de restanten aan Jasper Pietersz de Bruijne. 

Rechterlijk archief Middelharnis, inv. nr. 38, 21 maart 1731

Hoe ’t Witte Lam ten onder is gegaan, is uit de terloopse vermelding in de akte niet op te maken, waarschijnlijk is het schip vergaan in het Goereese Gat of voor de kust van Voorne. Gezien het geringe aantal geborgen fragmenten, is er weinig hoop op overlevenden.

Deze ramp zal dus de gehele bemanning van mogelijk tien tot elf koppen het leven hebben gekost. Alleen de naam van de stuurman is bekend:

Hendrik Flore van Eck (1691-1731) 


Mogelijk was zijn zoon Dirk, geboren 1717, ook aan boord.  
Zijn overlijdensdatum is onbekend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten