De eerste predikant van Middelharnis, van 1574 tot 1583, was Aico (of Ajax) Westerwold. Als laatste pastoor zou hij met zijn parochie tot de hervorming zijn overgegaan. Hij had daar veel moeite mee en de jonge gereformeerde kerk kreeg slechts moeizaam gestalte. Er werd geen heilig avondmaal gehouden en er werd geen kerkenraad ingesteld. De classis Brielle verzocht Ds. Westerwold om kleur te bekennen. Hij kwam verschillende malen niet opdagen in de vergadering van de classis. Na zeven jaar besloot de classis in Middelharnis te vergaderen op 22 mei 1581. Westerwold weigerde echter nog steeds aan het avondmaal deel te nemen. In augustus 1582 werd hij bovendien beticht van 'ergerlijck en onstichtelijck leven'. Hij had kritiek geleverd op de kerkelijke verordeningen en was nog steeds niet wettelijk getrouwd. Het gevolg was dat de classis hem uit zijn ambt schorste totdat hij zich aan de voorschriften zou houden.
Ds. Westerwold tekende beroep aan bij de synode, waar zijn antecedenten uitvoerig besproken werden. Behalve de genoemde punten werd hem ook aangerekend dat hij familiair en luidruchtig omging met bepaalde dorspgenoten. Hij was vaak in de herbergen te vinden en kwam meermalen met een stuk in zijn kraag thuis. Hij had geen bewijs van de wettigheid van zijn huwelijk en een classicaal examen had hij nooit afgelegd omdat hij al door 'Rome' was geëxamineerd.
Op 11 juli 1583 bood hij excuses aan in de Brielse classis. Men stelde een akte op die hij zou moeten ondertekenen. Nog voordat de akte voorgelezen was barstte Westerwold in woede uit, waarbij hij het classicaal bestuur beledigde en lasterlijke taal bezigde. Ondanks dit kreeg hij nog een kans indien hij zijn beschuldigingen zou herroepen. Dit deed hij niet, hij verliet de vergadering 'met een tornich gelaat ende met quade woorden'. In hetzelfde jaar verliet hij Middelharnis. (1)
![]() |
De kerk van Middelharnis in 1689 fragment. Meindert Hobbema. Laantje van Middelharnis |
De classis stuurde de Rottterdamse predikant Valerius Thophusius naar Middelharnis. Hij was afkomstig uit Antwerpen en werkte sinds 1575 in Rotterdam. Hij had in 1571 de synode in Emden bijgewoond en arbeidde in de geest van die synode, dat wil zeggen in de strenge geest van Calvijn. Thophusius werd een aantal keren gevraagd om zaken te onderzoeken van predikanten die zich teveel vrijheden in de leer permitteerden
Het handhaven van het recht der kerk bracht Thophusius eenmaal in groot gevaar. In 1583 was Aico Westerwold, die op zeer onregelmatige wijze predikant was geworden en op gelijke wijze zijn ambt bediende, tijdelijk geschorst. Toen Thophusius in zijn plaats optrad te Middelharnis, werd hij door „de onstuymige visschers" van die plaats schandelijk mishandeld.
Na terugkeer in Rotterdam werd Thophusius door een ernstige ziekte aangetast. Hij overleed in december 1585 (2). Of er een verband is tussen de mishandeling in Middelharnis en het overlijden van de predikant vermeldt de literatuur niet.
De opvolger van Westerwold was Franciscus Borluyt, aanvankelijk pastoor in Sint Winoksbergen en later predikant in Lissewege. Hij moest in 1586 het veld ruimen omdat hij niet zuiver genoeg in de leer was (1).
* Rs. Bakker. De Nederlandsche stad- en dorpbeschrijver. p. 7.
1..J.L. Braber. Historie Nederlands Hervormde Kerk Middelharnis, 62-64.
2. J.R. Callenbach. De Nederduitsch hervormde kerk. In: Rotterdam in den loop der eeuwen, 2e gedeelte, 3e stuk, p. 15-16.
Ook vermeld in: A. Th. J. van Deursen. Bavianen en slijkgeuzen. Franeker 2010, 99
Volgens Boers (p.283) is Borluyt in 1585 aangesteld (Braber vermeldt 1583).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten