Rinus van Dam, Marlies Jongejan, Pieter Koster. De vergeten vissers van Middelharnis. Scheepsrampen en ongevallen (1717-1938)
zijn de volgende aanvullingen en correcties ontvangen.
p. 22.
zijn de volgende aanvullingen en correcties ontvangen.
p. 22.
IJslandvaart. Het gaat om vier reizen in de jaren 1830-1833 met de hoekerbuis Waakzaamheid van Jacob Slis en om een reis in 1829 met de Vrouw Pietertje, boekhouder L. Kolff van Oosterwijk. De stuurman op deze eerste reis was Jan de Waard. De Vrouw Pietertje is op 7 maart 1829 van stapel gelopen.
p. 53
De Luijpaart is op de rivier van Hull aan komen drijven. Op 5 maart 1740 machtigde Jacob Bane, boekhouder van de schuit en koopman in Sommelsdijk, de heer Johan Turlij minor, koopman in Rotterdam. om de schuit te reclameren. (Notarieel Archief Middelharnis, inv. nr. 5809, akte 79, met dank aan Eva Lassing).
p. 56
Jan Hendriksz Pas moet tot de bemanning van de Eendracht behoord hebben. De boedel van Jan Hendriksz Pas is op 18 maart 1757 beschreven door notaris Gualtherus Kolff (inv. nr. 5810, akte 54, met dank aan Eva Lassing). Jan Hendriksz Pas was bepaald niet onbemiddeld. Zijn bezittingen vertegenwoordigden een waarde van 2.391,80 gulden. Hij is 'in de maand februarij laatstleden op sijne reijse ter visneering op Zee verongelukt.'
p. 84
De Antwerpse rederij van de Pionier en de Avenir was weduwe Mauroy, geen Manroy.
(met dank aan Raymond van Ael)
p. 122
De maten van de eerste sloep Vrouw Aplonia. De maat van de holte is per abuis als wijdte weergegeven.
In het bestek van staat: 62 Rijnlandse voet lang over de stevens (19,47 meter), wijd op zijn uitwatering 17 voet (5,34 meter). De maat van de holte is niet vermeld "en hol bij de mast onder het dek na proportie".
p. 132
p. 84
De Antwerpse rederij van de Pionier en de Avenir was weduwe Mauroy, geen Manroy.
(met dank aan Raymond van Ael)
p. 122
De maten van de eerste sloep Vrouw Aplonia. De maat van de holte is per abuis als wijdte weergegeven.
In het bestek van staat: 62 Rijnlandse voet lang over de stevens (19,47 meter), wijd op zijn uitwatering 17 voet (5,34 meter). De maat van de holte is niet vermeld "en hol bij de mast onder het dek na proportie".
p. 132
De 700 gulden uit Batavia waren onder meer afkomstig van een veiling van goederen in februari 1819. Naast kopergeld werden ook een slavin, Alima, en haar kind , Biedja, verkocht.
p. 133
1828. De naam van de sloep van Jan van de Roovaard was Jonge Anthony
p. 146
De Zierikzeese sloep de Hoop, gebouwd in 1820, is in het winterseizoen 1836-37 toegevoegd aan de vloot van Middelharnis onder de naam Wisselvalligheid .
Jacob Slis kocht in 1835 twee sloepen uit Zierikzee: de Hoop en de Pieter Mogge.
De Wisselvalligheid was 46 jaar oud bij het vergaan in januari 1867.
Javasche Courant, 17 februari 1829 |
p. 133
1828. De naam van de sloep van Jan van de Roovaard was Jonge Anthony
p. 146
De Zierikzeese sloep de Hoop, gebouwd in 1820, is in het winterseizoen 1836-37 toegevoegd aan de vloot van Middelharnis onder de naam Wisselvalligheid .
Jacob Slis kocht in 1835 twee sloepen uit Zierikzee: de Hoop en de Pieter Mogge.
De Wisselvalligheid was 46 jaar oud bij het vergaan in januari 1867.
p. 158
De sloep op de foto is niet de MD 12 Twee Cornelissen, maar de MD 12 Zeemeeuw.
p. 172. Bij de foto: betreft waarschijnlijk de MD 11 Hendrika Adriana en niet de MD 11 Oranje Nassau
p. 173. De sloep op de foto is niet de MD 2 Doggersbank, maar de MD 2 Maria Cornelia.
p.178
p. 276
1828: Jacob van Eck. Overleed op 28 juni 1828 om drie uur in de middag op de vissloep Willem den Eersten uit Zierikzee, schipper Dirk van Zwieten.
Er waren nog twee Menheersenaars aan boord, te weten Leendert Sprong en Pieter Abeele. Jacob had voor het vertrek van de sloep uit Zierikzee op 10 mei 1828 nog een handgeld van 13 gulden als voorschot ontvangen.
1885: Cornelis Oosterling (zie tekst op dit weblog van 4 februari 2019)
1887: Pieter Koudijzer. Het ongeval vond plaats op de houten zeillogger HD 30 Pollux. Dit was een schip met een registratienummer van Den Helder maar met een bemanning uit Pernis.
1888: Cornelis Koster (zie tekst op dit weblog van 20 januari 2019)
1896: Gerrit Langbroek. Hij was aan boord van de zeilsloep VL 172 Jeannette, schipper J. Visser.
1898: Cornelis Gootjes (zie tekst op dit weblogvan 9 januari 2019)
p. 282
1913: Glijn Langbroek (zie tekst op dit weblog van 8 januari 2019)
p.284
IJM 312 Helene is op 9 juni beschoten, niet op 12 juni. De oorzaak was geen torpedotreffer, maar kanonvuur.
Luctor et Emergo
Bij onderhoud op de werf van Peeman is de sloep een keer omgevallen.
Wordt:
In juni 1907 is de sloep op de scheepswerf van Peeman van de goot gegleden en op haar kant op de werf gevallen. Het eerste bericht in de Vlaardingsche Courant is van 16 juni 1906. De krant berichtte op 27 juni dat het scheepsbouwmeester Fiegee uit Vlaardingen gelukt was om het schip weer recht en in het water te krijgen.
p. 181
Foto Luctor et Emergo.
Onderschrift moet zijn: de MD 1 Luctor et Emergo in juni 1907 omgevallen op de werf van Peeman
p. 198
De sloep Eben Haëzer is halverwege de winter van 1842-43 naar Middelharnis gekomen. Gekocht door Jacob Slis. De oorspronkelijke naam was de Eersteling van Pernis van reder D. Pons. In deze winter was Arend Verschoor de stuurman, in 1843-44 Jan de Korte en in 1844-45 Gleijn Langbroek.
p. 232
Aquarel is gemaakt door A. Stolk
Bij onderhoud op de werf van Peeman is de sloep een keer omgevallen.
Wordt:
In juni 1907 is de sloep op de scheepswerf van Peeman van de goot gegleden en op haar kant op de werf gevallen. Het eerste bericht in de Vlaardingsche Courant is van 16 juni 1906. De krant berichtte op 27 juni dat het scheepsbouwmeester Fiegee uit Vlaardingen gelukt was om het schip weer recht en in het water te krijgen.
Vlaardingsche Courant, 27 juni 1906 |
p. 181
Foto Luctor et Emergo.
Onderschrift moet zijn: de MD 1 Luctor et Emergo in juni 1907 omgevallen op de werf van Peeman
p. 198
De sloep Eben Haëzer is halverwege de winter van 1842-43 naar Middelharnis gekomen. Gekocht door Jacob Slis. De oorspronkelijke naam was de Eersteling van Pernis van reder D. Pons. In deze winter was Arend Verschoor de stuurman, in 1843-44 Jan de Korte en in 1844-45 Gleijn Langbroek.
p. 232
Aquarel is gemaakt door A. Stolk
p. 238.
Arendje Zoon is in 1897 geboren, niet in 1896.
p. 276
1828: Jacob van Eck. Overleed op 28 juni 1828 om drie uur in de middag op de vissloep Willem den Eersten uit Zierikzee, schipper Dirk van Zwieten.
Er waren nog twee Menheersenaars aan boord, te weten Leendert Sprong en Pieter Abeele. Jacob had voor het vertrek van de sloep uit Zierikzee op 10 mei 1828 nog een handgeld van 13 gulden als voorschot ontvangen.
p. 276
wordt 1863: de sloep Josephine
De Antwerpse sloep Josephine verging van 3 op 4 december 1863.
naar p. 278: 1865. De Antwerpse sloep de Hoop is in januari 1865 vergaan.
Aanpassing van de tekst over Willem Jongejan:
omgekomen in januari 1865 aan boord van de sloep de Hoop.
Hij was ruim 35 jaar oud.
p. 323: Willem Jongejan (1829-1865), 35 jaar.
1865: Bij dezelfde scheepsramp met de sloep De Hoop is Arij van der Meijde(n) (1833-1865) omgekomen. Hij was 31 jaar oud en gehuwd met Cornelis Josina Wessels. Zie bericht van 5 juni 2014 over de familie van der Meijden
p.280
1884: Jacob van der Sluis. Het ongeval vond plaats op een visloggerschip uit Schiedam, de SDM 3 Excelsior.
p.280
1884: Jacob van der Sluis. Het ongeval vond plaats op een visloggerschip uit Schiedam, de SDM 3 Excelsior.
1887: Pieter Koudijzer. Het ongeval vond plaats op de houten zeillogger HD 30 Pollux. Dit was een schip met een registratienummer van Den Helder maar met een bemanning uit Pernis.
1888: Cornelis Koster (zie tekst op dit weblog van 20 januari 2019)
1896: Gerrit Langbroek. Hij was aan boord van de zeilsloep VL 172 Jeannette, schipper J. Visser.
1898: Cornelis Gootjes (zie tekst op dit weblogvan 9 januari 2019)
p. 282
1913: Glijn Langbroek (zie tekst op dit weblog van 8 januari 2019)
p.284
IJM 312 Helene is op 9 juni beschoten, niet op 12 juni. De oorzaak was geen torpedotreffer, maar kanonvuur.
p. 286
foto van Willem van Dongen
Willem van Dongen (1875-1918) met Elizabeth (1902) en Jacob (1901) Rotterdam, ca. 1905. foto afkomstig van Leonard Wubs |
p. 288
Over het overlijden van Arij de Bloeme (1877-1918) is door zijn kleinzoon Henk geschreven in het boek van Rob J. de Bloeme, De familie de Bloeme, een geslacht van vissers en dienaren, p. 326-329. Er zijn twee brieven van Arij aan zijn gezin uit juni 1918 bewaard die in dit boek afgedrukt staan.
p.293
1920: Jan Krijger
IJM 69 Bruinvisch, niet IJM 89
p.293
1921: Johannis Aupperlee
MA 56 Letty , niet MA 55
p.297
1934: Job Langbroek (zie tekst op dit weblog van 22 januari 2020)
Aanvullingen en correcties pagina's 280-297 met dank aan Jan van Welie.
p. 298 Nagekomen foto hoofdstuk Hendrik van Eck en Maria Bastiana de Waard.
p.293
1920: Jan Krijger
IJM 69 Bruinvisch, niet IJM 89
p.293
1921: Johannis Aupperlee
MA 56 Letty , niet MA 55
p.297
1934: Job Langbroek (zie tekst op dit weblog van 22 januari 2020)
Aanvullingen en correcties pagina's 280-297 met dank aan Jan van Welie.
p. 298 Nagekomen foto hoofdstuk Hendrik van Eck en Maria Bastiana de Waard.
p. 322. Pieter Faasse moet verwijzen naar p. 165 ipv p. 169
Geen opmerkingen:
Een reactie posten