De MD 8 Willem de Zwijger werd in de winter van 1875-76 aan de vloot van Middelharnis toegevoegd. De schipper was J. Langbroek Mzn. In de winter van 1878-79 werd Jan van den Hoek schipper. Op 24 januari 1880 meldde de Vlaardingsche courant dat de Willem de Zwijger, samen met deTweelingen en de Twee Cornelissen, in Hellevoetsluis binnengelopen was met schelvis, rog, vleet en kabeljauw.
De volgende reis verliep minder fortuinlijk. De sloep keerde niet op tijd terug en men was bezorgd over het uitblijven. Op 23 februari 1880 liep de sloep met schipper Jan van den Hoek alsnog met een gebroken mast in Hellevoetsluis binnen.Dinsdag 29 januari 1884 kwam het Engelse smakschip Joseph & Sara in volle zee in moeilijkheden. Het vaartuig was mastloos en zwaar lek. Jan van den Hoek redde de bemanning met de Willem de Zwijger. Zondag 3 februari kwamen ze met de vijf Engelsen, schipper en vier matrozen, in Middelharnis aan.
Provinciale Drentsche en Asser courant, 6 februari 1884 |
De redding bleef niet onopgemerkt. De Britse regering waardeerde het heldhaftige gedrag van de schipper met een zeekijker.
De Tijd, 17 juli 1884 |
Een zeekijker was in die tijd een kostbaar bezit. De Britse regering maakte er een gewoonte van om redders van schipbreukelingen met een zeekijker te belonen. Een zeekijker, ook aangeduid als 'binocular glass' of dubbele zeekijker, behoorde nog niet tot de standaard uitrusting van een vissersschip. Mogelijk was Jan van den Hoek de eerste schipper van de vissersvloot van Middelharnis die een kijker tot zijn beschikking kreeg.
De houten sloep Willem de Zwijger van rederij Slis werd in 1899 verkocht.(1) De laatste schipper was Abraham Langbroek. Jan van den Hoek (1856-1929) was van 1894 tot 1899 schipper van MD 7 Toekomst. Van 1905 tot en met 1912 was hij schipper van MD 4 Theodora Emmerentia. In het boek 'Zee en eiland' beschrijft Arjanus Faasse het leven aan boord van deze sloep rond 1910. De verrekijker van Jan van den Hoek wordt een aantal keren vermeld (2). Faasse duidt de kijker aan met de merkwaardige naam 'globe'. Ook Hendrik de Korte gebruikt dit woord: 'De baes speurt met de "globes" dat is een dubbele verrekijke, naar de lij, om te zien of er onder de sloepen die zich daar bevinden niet een van zijn vrienden is'(3).
Zie ook het bericht van 21 mei 2013 op dit weblog. 'Van den Hoek, schippers op de sloepen van Middelharnis 1866-1912'.
1. De sloepen van Middelharnis, 1834-1923. Handgeschreven overzicht, auteur onbekend. Aanwezig in Maritiem Museum Rotterdam.
2. Arjanus Faasse, Zee en eiland, Middelharnis, ca. 1962, Hoofdstuk 6,7 en 8 over zijn werk op de MD 4 Theodora Emmerentia bij Jan van den Hoek, op p.140 en p.153 vermelding van de 'globe', verrekijker.
2. Arjanus Faasse, Zee en eiland, Middelharnis, ca. 1962, Hoofdstuk 6,7 en 8 over zijn werk op de MD 4 Theodora Emmerentia bij Jan van den Hoek, op p.140 en p.153 vermelding van de 'globe', verrekijker.
3. Hendrik de Korte Johsz. Iets over de visserij van Middelharnis, deel 15, Eilanden-nieuws, 4 oktober 1947.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten