maandag 9 december 2013

De bemanning van de Catharina Elizabeth, vergaan op 5 maart 1828

Een nieuwe sloep
Uit dit berichtje in de Rotterdamsche Courant blijkt dat de Catharina Elizabeth in oktober 1827 in gebruik genomen is.


Rotterdamsche Courant, 9 oktober 1827


De scheepsramp van 1828
Op 5 maart 1828 is de sloep Catharina Elizabeth uit Middelharnis, schipper Leendert de Waard, bij Egmond in een storm vergaan. 
In de mondelinge overlevering is de toedracht als volgt verwoord:
 Omstreeks 1828 is de sloep waar Jan de Waard [bedoeld is Leendert de Waard] "baes" op was, in de nabijheid van de Hollandse kust vergaan. Deze man was mijn betovergrootvader van moeders zijde, en een van de meest bekende schippers. Mijn grootvader Hendrik de Waard, vertelde mij het volgende. De Waard was met een nieuwe sloep voor de tweede reis in zee, en lag niet ver van de kust ten anker, om eens te zien hoe zijn ankertuig was, en zijn nieuwe vaartuig te proberen ten anker liggende bij sterken wind. Voor de wind varende naderde hem een zwaar lekke Zwartewaalse schuit of sloep waarop de bemanning wanhopig aan het pompen was om het vaartuig drijvende te houden. Daar zij dachten te zinken besloot de Zwartewaalse schipper bij de Waard op zij te varen en dan met zijn bemanning "over te springen". Dit liep voor de Waard en zijn volk zeer ongelukkig af, daar de nieuwe sloep zó werd beschadigd dat zij met de gehele bemanning in de diepte verdween. Ook één nog overgesprongen Zwartewaler visser verdronk. De aanvarende schuit of sloep is toch nog half vol water in het Nieuwediep binnengekomen. Doordat één der kleine jongens het verhaal verteld heeft, is deze gebeurtenis bekend geworden.

In de Nederlandsche Staatscourant werd als lokatie genoemd: "waarschijnlijk voor Egmond aan Zee" en als oorzaak de storm van 6 maart 1828.

Nederlandsche Staatscourant, 19 maart 1828
De reder die op 28 maart 1828  onderstaande advertentie plaatste geeft als lokatie van de ramp "voor Callantsoog'' en als oorzaak de hevige storm van 5 maart.


Nederlandsche Staatscourant
28 maart 1828


Van de dertien bemanningsleden waren er zeven gehuwd. Deze namen zijn bekend.
Twee van de weduwen waren zwanger. Er waren negentien wezen. Twee moeders werden door hun zoons onderhouden. 
De ingezamelde middelen kwamen ten goede aan zeven weduwen, twee moeders, een vader, een zuster en zestien wezen. Zie verder het bericht van 21 april 2012 in het blogarchief.

Via de namen kunt u doorklikken naar historische en genealogische informatie over de vissersfamilies.

Sijbrand Boon (1768-1828)
Willem Buurveld (1806-1828)
Johannes Don (1791-1828)
Arend Koudijzer (1791-1828)
Arend van den Nieuwendijk (1797-1828)
Gerrit Onderdelinden (1798-1828)
Leendert de Waard (1796-1828)

1. H. de Korte Johsz. Iets over de Visserij van Middelharnis deel 10, Eilandennieuws , 30 augustus 1947

Geen opmerkingen:

Een reactie posten