donderdag 6 november 2014

Gerrit Stapel (1731-1801) en Maatje Stapel (1733- )

Ouders
Gerrit Jacobsz Stapel is een zoon van Jacob Tijse Stapel en Jannetje Gerrits Pijl. Hij is op 25 februari 1731 in Middelharnis gedoopt.
Maatje Simons Stapel is een dochter van Simon Ariens Stapel en Maria Bestmanse Kattestaart. Ze is op 15 januari 1733 in Middelharnis gedoopt.
Haar broer Cornelis Simonszn Stapel is gedoopt op 23 januari 1730. Hij was stuurman.

Huwelijk en kinderen
Gerrit en Maatje zijn op 21 februari 1754 in Middelharnis getrouwd, ze waren 22 en 21 jaar oud, Op 20 oktober 1754 werd Jacob gedoopt, op 15 januari 1757 Simon, op 21 oktober 1759 Mattheus, op 18 juli 1762 Arie, op 9 september 1764 Jannetje, op 19 april 1767 Arent en op 23 december 1770 Maria.
Van Jacob, Mattheus en Arie is geen overlijdensdatum bekend, zij zijn vermoedelijk jong overleden.

Huwelijk van de kinderen
Simon is op 7 november 1784 met Maatje Jans Abeele getrouwd. Haar vader was stuurman (zie het bericht van 4 november 2014). Maatje is op 9 augustus 1787 begraven. Simon is in 1791 met Huibertje van Heest getrouwd, dochter van Dirk van Heest, ook een stuurman.
Jannetje trouwde in 1787 met Bastiaan Cornelisz Langbroek, een zoon van Cornelis Gleijnse Langbroek die in 1762 verdronken is toen zijn schuit is vergaan (zie bericht van 15 januari 2014).
Maria trouwde in 1791 met Arij Pietersz Jongejan (bericht van 31 juli 2013).
Arent trouwde in 1795 met Adriaantje Smit, dochter van Leendert Smit en Lena Dubbeld.

Cornelis, Gerrit en Simon Stapel, stuurlieden in 1782
Cornelis Stapel, de broer van Maatje, zwager van Gerrit, was stuurman op bezaanvisschuit Jonge Maria, boekhouder Jacob Visser,
Gerrit Stapel was stuurman van de gaffelvisschuit De Jonge Jan, boekhouder Gerrit Jonker. Jonker was schepen in Sommelsdijk.
Simon Stapel was stuurman van de bezaanvisschuit Jonge Anthonija, boekhouder Jacob Alebeek.
De drie schuiten zijn op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Gerrit (Gerard) en Simon Stapel zijn op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1). 
Simon Stapel was met 25 jaar de jongste van de groep van 26 stuurlieden die zich in Gent lieten inschrijven.

Gerrit Stapel in Londen in 1787
Om de belangen van de tarbotvissers van Middelharnis in Londen te bepleiten werd gebruik gemaakt van de diensten van twee Engelse kooplieden genaamd Edgley en Peirce. Zij declareerden hun onkosten bij Lambertus Kolff. Het geld dat ze tegoed hadden werd betaald uit de opbrengst een lading tarbot die Gerrit Stapel in Londen op de markt bracht. Hij betaalde de kooplieden op 27 juli 1787. Edgley schreef vervolgens een briefje waarin hij stelt dat "Harry Staple" 36 pond, drie schellingen en zes penningen betaald moet krijgen (2)
In 1789 was Gerrit stuurman van de Martha en Maria (3) Op deze schuit was Arent in 1799 stuurman (3).


Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje


1. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270
2. Marco Kuiper. Vissers en ventjagers, 57.
3. 1789: Boedelscheiding Jacobus Nipius die 1/32 part in deze schuit had. 1799: Boedelscheiding Cornelis Pietersz Abeele die 1/32 portie in deze schuit had. Bron: Weeskamer.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten