vrijdag 5 februari 2016

Verzoekschrift van reders en stuurlieden van Middelharnis aan de Koning van Holland (1807)

Lodewijk Napoleon werd in juni 1806 benoemd tot Koning van Holland. Hij was de broer van Napoleon Bonaparte, Keizer van Frankrijk.




De nieuwe koning kreeg in januari 1807 een verzoekschrift van een tiental stuurlieden (tevens reders) uit Middelharnis. 
Het verzoek betrof de herziening van de verouderde keuren van de visafslag en het verlagen van het afslagrecht op de visafslag van Middelharnis.  
In 1806 hadden de belanghebbenden bij de visserij het gemeentebestuur verzocht om het afslagrecht (nogmaals) te verlagen. De Municipaliteit had beleefd laten weten het verzoek niet in te kunnen willigen. 

De stuurlieden zochten het hogerop, en met succes.

Jacob Bree
Leendert Buurveld
Florus van Eck
Marinus Haverstadt
Michiel van Heest
Bouwen Janse Kom
Maarten Leeflang
Jacob van de Roovaart
Adrianus Verhage en
Jan de Waard

verzochten, naast de herziening van verouderde keuren, ook de beperking van het afslagrecht tot de vis die daadwerkelijk binnen het Goereese Gat verkocht was. 

Het gemeentebestuur van Middelharnis kreeg van de koning de gelegenheid om advies uit te brengen over het verzoek. Uiteraard betoogden de lokale bestuurders opnieuw dat het onwenselijk was om de bestaande toestand te veranderen. 

Het Koninklijk besluit in deze kwestie van 10 september 1808 (medegedeeld in een schrijven van de Landdrost van 20 september 1808)  stelde de vissers gedeeltelijk in het gelijk. Het afslagrecht werd verlaagd en er kwam een commissie die een voorstel moest maken om de keur te moderniseren.


bron:
U.J. Mijs. De vischafslag van Middelharnis. Middelharnis, 1897. 62-63

Geen opmerkingen:

Een reactie posten