dinsdag 16 februari 2016

Joost Boeter (1746-1807) en Marrigje Leeflang (1747-1813)

Ouders
Joost Pietersz Boeter is een zoon van Pieter Jansz Boeter en Trijntje Joosten Goudswaard. Hij is op 18 december 1746 in Middelharnis gedoopt.
Marrigje Cornelisse Leeflang is een dochter van Cornelis Maartensz Leeflang en Aletta Imans Bette. Ze is op 19 november 1747 in Middelharnis gedoopt.
Zie het bericht van 4 november 2014 over Maarten Leeflang, de broer van Marrigje. Hij was stuurman.

Huwelijk en kinderen
Joost en Marrigje trouwden op 21 april 1771 in Middelharnis, ze waren 24 en 23 jaar oud.
Op 29 september 1771 werd Pieter gedoopt, op 13 december 1772 Aletta, op 29 oktober 1775 Trijntje (zij is voor 1781 overleden) en op 19 oktober 1777 Cornelis. Op 7 januari 1781 werd opnieuw een dochter met de naam Trijntje gedoopt. Maria is op 21 september 1783 gedoopt en Willemtje op 26 juni 1785.

Huwelijken van de kinderen
Aletta trouwde in 1796 met Pieter Jansz van der Sloot, een broer van Cornelis van der Sloot (zie bericht van 2 januari 2016). 
Cornelis Boeter werd binnenschipper, hij trouwde met Johanna Kok en is in 1813 overleden.
Trijntje ging op 13 april 1804 in ondertrouw met Frans van de Roovaard, van beroep hoefsmid. Trijntje overleed op 15 mei 1804 zonder dat het huwelijk gesloten was.

Ventjager
Joost Boeter was ventjager. In 1782 ging hij met zijn ventjagersbezaanbunschuit de Jonge Cornelis (de schuit is waarschijnlijk naar zijn zoon Cornelis genoemd) onder Oostenrijkse vlag varen. Joost Boeter werd volgens een aantekening in de transportakte inwoner van Gent, maar zijn naam is niet in het poortersboek van Gent vermeld. Zie het bericht van 27 januari 2015.

In 1785 en 1790 staat hij vermeld als stuurman van de ventjagersschuit de Jonge Catharina en in 1791 voer hij op gaffelschuit de Jonge Jannetje van den Tol.
Hij was de compagnon van Cornelis Vermaas. Ze vervoerden en verhandelden paling en tarbot van de Zuiderzee en de rede van Texel naar Londen en naar Antwerpen.

Joost is overleden op donderdag 12 november 1807 in Middelharnis, 60 jaar oud, enkele maanden na zijn compagnon Cornelis Vermaas.De weduwe van Joost Boeter verkocht op 27 december 1809 een zestiende part in de gaffelschuit de Jonge Jannetje van den Tol, stuurman Thomas de Waard (1.)


Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje



1. Rechterlijk archief Middelharnis, inv. nr. 17,18,19 en 31.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten