zondag 25 april 2021

Botters, hoogaarzen, aken en bunschouwen van Middelharnis (1887)

Over de Middelharnisse vloot voor de visserij op het Haringvliet is nog weinig bekend. In 1887 had Middelharnis 33 vissersschepen, waarvan twintig bunvissloepen en dertien kleinere vaartuigen. 

De MD 1 tot en met MD 18 waren sloepen, evenals de MD 28 Vertrouwen en de MD 32 Eben HaĆ«zer.

De dertien kleinere vissersvaartuigen zijn hieronder opgesomd. Na de havencode MD en het visserijnummer (sinds 1886 verplicht) volgen de scheepsnaam, de naam van de schipper/eigenaar, de tonnenmaat en het bouwjaar.


Botters:

MD 19 Jonge Willem, D. Witvliet, 29 ton, 1850

MD 21 Volharding (II), Eigendom van P.L. Slis en Zoon, schipper C. Groen, 27 ton, 1869

MD 22 Jonge Simon, Simon de Waard Szn, 23 ton, 1850

MD 23 De Beer, A. Witvliet, 22 ton, 1850


Hoogaarzen:

MD 20 Drie Gebroeders, B. Dubbeld, 27 ton, 1854

MD 31 Onderneming, J. Dubbeld, 27 ton, 1872


Aken:

MD 24 Jonge Jan, L. de Waard, 16 ton, 1881

MD 26 Jonge Pieter, C. Spuij, 12 ton 1870

MD 33 Jonge Jannetje, K. Muije, 19 ton, 1886


Bunschouwen:

MD 25 Jonge Arend, H. Groen, 18 ton, 1850

MD 30 De Hoop, P. Waterman, 17 ton, 1856


Bottersb.: (Bottersboot ?).

MD 27 (zonder naam), J. van Gelder, 10 ton, 1880

MD 29 (zonder naam), B. Dubbeld, 10 ton, 1860




Bron:
Van Keulen's almanak voor de zee-visscherij (Noordzee, Zuiderzee en Schelde).  Amsterdam, H.G. Bom,1887, p.  230-231.
(eerste jaargang, niet verder verschenen).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten