dinsdag 15 februari 2022

Schokkers in Middelharnis 1809-1826

Tot 1809 kwamen er geen schokkers voor in Middelharnis. Tussen 1809 en 1813 duiken er ineens schokkers op. De omstandigheden voor de zeevisserij waren in die jaren bepaald niet optimaal. Er was het gevaar van kapingen door de Engelsen en daarbij kwamen nog de belemmeringen die door de Bataafse overheid en vanaf 1810 door de Franse overheid opgelegd werden: embargo’s, vorderingen van schepen en beperkingen in de vaartijden. Enkele stuurlieden pasten zich aan de nieuwe omstandigheden aan door hun laatste geld in een kleine visschuit te investeren en zich op de visserij in het Goereese Gat en op het Haringvliet te richten. Zo kwamen er zeven schokkers naar Middelharnis, ook wel aangeduid als tuiten of schokkervisschuiten.

Schokkers werden aan de oostkant van de Zuiderzee veel gebruikt. Etymologen verbinden de naam van het scheepstype aan Schokland (www. etymologiebank.nl).


Een schokker. 
uit: Verzameling van vier en tachtig stuks Hollandsche schepen, 
door G. Groenewegen (Rotterdam, 1789)


In het  rechterlijk archief van Middelharnis komen we de volgende scheepsnamen en eigenaren / stuurlieden tegen (1).

Leonardus Eliza, tuit of schokker, Pieter Bogaardman, 1 januari 1809

zonder naam, schokker, Maarten Abeele, 16 december 1809

Drie Gebroeders, tuit of schokker, Leendert Buurveld, 28 juni 1810

Dinteloord, schokker, Klaas van den Nieuwendijk, 1 januari 1811

een schokkervisschuit van Willem Klaassen uit Urk, gekocht door Maarten Abeele, 1 januari 1811 

Jonge Pieter, Gerrit Onderdelinden,  februari 1811


Het decreet van Napoleon uit 1806, dat bekend staat onder de term continentaal stelsel, hield in dat Frankrijk en van Frankrijk afhankelijke staten geen verkeer en geen economische betrekkingen met Engeland meer mochten onderhouden. Dit leidde tot aanzienlijke smokkelhandel, vooral in koloniale waren. 
Marinus Du Pree gebruikte zijn schokker voor het vervoer van smokkelwaar. Hij werd op 4 september 1809 bij Dirksland aangehouden door de commies ter recherche gevestigd te Middelharnis..De volgende goederen werden geconfisqueerd: 18 grote en 3 kleine vaten met gezouten vlees en een kist met 'witte of spaansche zeep'. De handelswaren werden publiek verkocht.

Koninklijke Courant, 22 september 1809


Volgens de patentbelasting, opgemaakt door de Fransen op 25 maart 1813, waren er zeven schokkers  in Middelharnis (2).  Hieronder de namen van  de schepen en de eigenaren: 

Jonge Pieter

Maarten Abeele

Jonge Sara

Roeland Waterman

Goede Hoop

Pieter Dubbeld

Jonge Jannetje

Pieter Groen

Stellendam

Cornelis Smit

Jonge Willem

Willem Missel

Jonge Pieter

Gerrit Onderdelinde

 

In de jaren na 1813 werden de schokkers geleidelijk van de hand gedaan. In 1818 werd een schokker publiek verkocht. De maten waren: lang over de stevens 48 voeten (13,59 meter), wijd 15 voeten (4,25 meter) en diep 6 voeten (1,70 meter). Leendert Jonker, scheepmaker uit Sommelsdijk, kocht de hele kavel uit onderstaande advertentie. De schokker verkocht hij door aan Dimmes van der Waal voor 150 gulden (2)

Rotterdamsche Courant, 24 maart 1818

In 1825 waren er nog drie schokkers over (3). Een van de drie, de schokker van Cornelis Smit, werd op 21 oktober 1826 verkocht (4).


© Marlies Jongejan


1. Rechterlijk Archief van Middelharnis, transportakten van schepen en schuiten, inventarisnummer 19 

2. Archief Gemeente Middelharnis, inv. nr. 493, patentbelasting 1813.

3. Nationaal Archief, inv. nr. 3.11.05, nr. 1, 221.

4. Notarieel Archief Middelharnis, inv. nr. 5821, akte 79, 4 juni 1818; inv. nr. 5835, 21 oktober 1826


Geen opmerkingen:

Een reactie posten