In de periode 1806-1813 werd een groot deel van het Europese continent door keizer Napoleon gedomineerd. Nederland werd geregeerd door de jongere broer van de keizer, Lodewijk Napoleon.
Louis Bonaparte Bron: Wikimedia |
De literatuur over deze periode doet vermoeden dat de bevolking de overheersing door de Fransen lijdzaam onderging. Johan Joor heeft in zijn boek Adelaar en Lam aangetoond dat de bevolking niet bepaald apathisch is geweest. Er was veel protest in de vorm van opruiïng, onwilligheid en onrust. Ook op het eiland was het onrustig, in 1809 wordt melding gemaakt van oproer in Goedereede, Stellendam, Oude-Tonge en Middelharnis (meerdere keren).
Vrouwen en kinderen de straat op
In het oproer in Middelharnis van 4 augustus 1809 hadden vrouwen volgens de rapporten een belangrijk aandeel in de ordeverstoringen, ze werden door het gezag ook uitdrukkelijk als oproerige partij genoemd.
Het gezag van de Fransen werd tegen het einde van de periode meer en meer ondermijnd door de berichten over het oprukken van de Britse troepen. De Engelse invasie in Zeeland dwong het Koninklijk Hollands leger van Lodewijk Napoleon om meer verdedigingswerken uit te voeren. Voor het vervoer van materieel over water had men de vissers van Middelharnis nodig. Een officier met zestig soldaten diende zich in Middelharnis aan om de schippers en hun bemanning te verplichten hun medewerking hieraan te geven. De vissers weigerden te gehoorzamen; het weer was te slecht, het getij ongunstig zodat ze gevaar liepen om in door Engelsen beheerste wateren te komen.
Op het tijdstip dat de vissers zich moesten melden verscheen slechts een enkeling op de kade, de meesten hadden zich verstopt. Er kwam daarentegen wel een nieuwsgierige menigte op de been, voornamelijk vrouwen en kinderen.
De officier wilde een schipper die wel op was komen dagen, Abram Bree, gevangen nemen waarop gevechten tussen de militairen en de menigte ontstonden. De schipper werd bevrijd en vervolgens trok de menigte naar het raadhuis om zich bij het gemeentebestuur te beklagen. Enkele oproerigen begonnen de kerkklok te luiden, ze trokken zo fanatiek aan het touw dat een van de klepels losliet. De officier besloot om zijn manschappen in grote haast uit het dorp terug te trekken.
Er zijn achteraf wel rapporten gemaakt over dit voorval maar veroordelingen zijn er niet uit voort gekomen. De drost van het eiland rapporteerde dat de inwoners geen opstandige aard hebben en dat "het grauw" verantwoordelijk was voor de wanorde,
Literatuur:
Joor, Johan. De Adelaar en het lam; onrust, opruiïng en onwilligheid in Nederland ten tijde van het Koninkrijk Holland en de Inlijving bij het Franse Keizerrijk (1806-1813). Amsterdam, 2000. o.a. p.16
Kuiper, M., De visserij van Middelharnis tijdens de Franse Tijd. Leiden, 2009. p. 43. In deze scriptie wordt beschreven wat de invloed van de Franse overheersing op de visserij was en hoe de vissers hierop reageerden.
Dr. J. Verseput heeft 3 artikelen geschreven over de gebeurtenissen van 1809. Hij noemt wel de menigte die naar het raadhuis trok, maar hij benoemt de rol van de vrouwen niet expliciet.
Verseput, J., De ongeregeldheden in Middelharnis in het jaar 1809. In: Jaarboek Wetenschappelijk genootschap Goeree en Overflakkee, 1947.
Verseput, J. Ongeregeldheden te Middelharnis in het jaar 1809. In: Historia 13 (1948), pp. 277-285.
Verseput, J., Gebeurtenissen in Middelharnis in verband met de Engelse invasie in 1809. In: Mededelingen van de Nederlandse vereniging van zeegeschiedenis, 35 (1977) pp. 28-37.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten