dinsdag 17 april 2012

Familievaren: verwanten aan boord van sloepen

De sloepen waren eigendom van de reder, de boekhouder. De boekhouder huurde een schipper in die op zijn beurt de bemanning voor de sloepen rekruteerde. De schipper was dus zowel werknemer als werkgever. Schippers werkten jarenlang op dezelfde sloep. Ook bemanningsleden voeren vaak lang op dezelfde sloep en dat kan verklaard worden door de familieband tussen schipper en bemanningsleden. Zonen gingen als regel met hun vader mee om pas over te stappen naar een andere sloep als ze meer ervaring hadden opgedaan.

Deze traditie heeft eeuwenlang bestaan. Uit een onderzoek in Maassluis blijkt dat in de 17e eeuw vaders en zonen, broers, schoonvaders en zwagers bij elkaar aan boord zaten. Aan boord van een vissersschip waren de bemanningsleden zeer afhankelijk van elkaar. De schipper had ook op grond van zijn plaats in de familie als vader of als oudere broer een natuurlijk gezag. Het varen met verwanten leidde tot meer stabiliteit aan boord (1).

De keerzijde van de medaille was dat, als een sloep verging,  de gezinnen dubbel of drie dubbel getroffen werden. Op de sloep Middelharnis die in december 1872 verging voer stuurman Cornelis Smit met twee zoons en een schoonzoon. Aan boord waren ook mijn overgrootvader Simon de Moeij en zijn zoon Bastiaan de Moei. 
De Lucretia Adelaïde vergaan in 1865 had schipper Arend de Koning, zijn zoons Jacob en Cornelis en zijn broer Gerrit aan boord. De Eben Haëzer vergaan in 1863 had vier bemanningsleden die Van Dongen heetten.

Kees Koster 18 november 1893 geboren  (geen directe familie van onderstaande Kosters) vertelt dat zijn vader schipper was, maar dat hij juist niet bij zijn vader mocht gaan varen om het risico te spreiden.

 "Al dat familievaren is niet zo schitterend", zegt hij. (2).




Deze foto is rond 1910 gemaakt aan de zuidzijde van de trawlerhaven van IJmuiden. Hameeteman meldt in zijn fotoboek dat het schippers zijn van verschillende sloepen, maar waarschijnlijk zijn het de bemanningsleden van schipper "ouwe" Leen Koster (1856-1918), schipper van de MD 7, Burgemeester Mijs.  Zijn jongere broer Pieter Leendert Koster (1876-1935) voer bij hem en ook zijn drie zoons Jan, Leen en Dirk.
Op de foto links  Hein Du Pree, aan de linkerkant naast de man met de kabeljauw staat Piet-Leen en aan de rechterkant Jan. De achterste  vissers zijn vermoedelijk allemaal Kosters.



Foto met dank aan Piet Koster Eindhoven
Noten:
1. Annette de Wit. Leven, werken en geloven in zeevarende gemeenschappen; Schiedam, Maassluis en Ter Heijde in de zeventiende eeuw. Amsterdam, 2008. p.83-84
2. Interview met een inwoner van Middelharnis, ZB1904 A 4





2 opmerkingen:

  1. De foto is gemaakt aan de zuidzijde van de trawlerhaven in IJMUIDEN. Zin de letters en nummers te lezen op de logger.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. ik kan niet precies lezen wat er op de logger verderop staat.
    Als u mij een mailtje stuurt op marliesjongejan@gmail.com dan stuur ik u de foto.

    groet,
    Marlies Jongejan

    BeantwoordenVerwijderen