maandag 24 november 2014

Het lot van de MD3 Anna uit Middelharnis, vergaan in 1912

Over de MD 3 Anna die in januari 1912 verging is op 22 november 2014 een boek gepresenteerd met de titel Het lot van de MD3 Anna , geschreven door Fons Grasveld. De ramp met deze sloep was de laatste scheepsramp uit de visserijgeschiedenis van Middelharnis. 

Fons Grasveld, een aangetrouwd familielid van een van de bemanningsleden, is antropoloog en documentairemaker. Zijn persoonlijke betrokkenheid en zijn interesse in kleine gemeenschappen hebben hem ertoe gebracht om de vissersgemeenschap van Middelharnis in de periode 1900-1912 te onderzoeken. Hoe de vissers leefden, wie de reders waren en wat zij voor de vissers deden, of er opvang was voor de weduwen, wat de betekenis van de visserij was voor het dorp en hoe de onderlinge verhoudingen in het Visserstraatje waren. Dit zijn de thema's die Grasveld heeft onderzocht.

Na een inleiding over Middelharnis en de visserij is een hoofdstuk gewijd aan het Vissersstraatje waarin de huisjes zelf en het dagelijks leven worden beschreven. De zeevisserij en het leven aan boord komen vervolgens aan bod. Dan volgt de scheepsbiografie van de Anna en het hoofdstuk over de scheepsramp zelf. De omstandigheden van de zeven weduwen van de bemanningsleden en de nazorg voor de gezinnen worden beschreven. Hiervoor is informatie uit interviews met nabestaanden gebruikt.
In een bijlage staan de bewoners van de Vissersstraat per huisje vermeld. Een tweede bijlage is gewijd aan de sloepen van het visseizoen 1910-1911. Bijlage 3 geeft een overzicht van de schippers van het seizoen 1910-1911 met vermelding van hun loopbaan als schipper. Ook de verdiensten van de rederijen Kolff en Slis staan in een bijlage, evenals een cijfermatig overzicht van het Vissersfonds.

Het boek is goed gedocumenteerd en bevat veel bekende en onbekende foto's van schepen en bemanningsleden. Het lot van de MD 3 Anna is een rijke informatiebron over de nadagen van de visserij van Middelharnis en een waardig gedenkteken voor de bemanning van de MD3 Anna.







Fons Grasveld. Het lot van de MD3 Anna. Met medewerking van Jan van de Voort. Hilversum 2014

ISBN: 978 90 8155 740 5 , prijs 19,50.
Het boek is o.a. verkrijgbaar via de webshop www.akershoek.nl , het boek is ook verkrijgbaar via www.md3anna.nl.

Op dit weblog zijn gegevens te vinden over de bemanningsleden en hun familiegeschiedenis via deze link
De bemanning van de MD3 Anna


In het Eilanden-nieuws van 6 november 2015 is een ingezonden stuk van Fons Grasveld geplaatst waarin hij de vragen formuleert die bij hem leven over de opheffing van het Vissersfonds. De titel luidt: Wat is er gebeurd met het kapitaal van het Vissersfonds Middelharnis.

Op 17 maart 2017 heeft Fons Grasveld de Hoogendijkprijs in ontvangst mogen nemen voor zijn boek. De prijs bestaat uit een oorkonde en een bedrag van 1500 gulden. De prijs is genoemd naar de firma Hoogendijk die vanaf de 18e eeuw in Vlaardingen actief was in visserij en vishandel. Deze firma sponsort de prijs die een keer per twee jaar wordt uitgereikt. 

vrijdag 21 november 2014

Cornelis van Eck (1741- )

Ouders
Cornelis Jacobsz van Eck is een zoon van Jacob Flore van Eck en Lena Cornelis Kattestaart. Hij is gedoopt op 25 juni 1741 in Middelharnis.

Cornelis is waarschijnlijk ongehuwd gebleven.

Krelis van Eck, stuurman van de  Leendert en Margrieta in 1782
De bezaanvisschuit Leendert en Margrieta uit Middelharnis had als stuurman Krelis (Cornelis)  van Eck en als boekhouder Jacob Visser.
De schuit is op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Cornelis van Eck (Krelis van Ech) is op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1).



Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje.

1.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270.  Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.

maandag 17 november 2014

Corstiaan Wafelbakker (1755-1832) en Lena Blok (1756-1826)

Ouders
Corstiaan Marinusse Wafelbakker is een zoon van Marinus Arens Wafelbakker en Anna Corstiaans Vinck. Hij is gedoopt op 6 april 1755 in Middelharnis. Aren Wafelbakker (geboren 1753) was een broer van Corstiaan, hij was ook stuurman. Aren was gehuwd met Maatje van de Rovaart, dochter van ventjager Hendrik van de Rovaart.
Lena Jobse Blok is een dochter van Job Arens Blok en Neeltje Leenderts Verhoven. Ze is op 26 september 1756 gedoopt in Middelharnis.

Huwelijk en kinderen
Corstiaan en Lena zijn getrouwd op 1 juli 1778, ze waren 23 en 21 jaar oud, Op 31 januari 1779 is Marinus gedoopt, hij is kort na de geboorte overleden. Op 5 november 1780 is weer een zoon met de naam Marinus gedoopt. Anna is op 18 september 1785 gedoopt, ook zij is jong overleden, want op 18 mei 1788 is weer een dochter met de naam Anna gedoopt. Job Wafelbakker is op 17 juli 1791 gedoopt. Neeltje is op 9 juli 1796 gedoopt en jong overleden. Op 9 januari 1800 is nog een dochter met de naam Neeltje geboren.

Corstiaan Wafelbakker, stuurman van De Gans in 1782
De gaffelvisschuit De Gans uit Middelharnis had als stuurman Corstiaan Wafelbakker en als boekhouder Jacob Alebeek.
De schuit is op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Corstiaan Wafelbakker is op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1).


Aren Wafelbakker, stuurman van het Welvaren van Brugge in 1782
In 1782 lag nog een gaffelschuit op stapel op de werf in Sommelsdijk. Deze schuit werd verkocht op 16 oktober 1782. De naam van de schuit was Het Welvaren van Brugge, boekhouder Leendert van den Tol, stuurman Aren Wafelbakker. De koper was Jacobus Gijsbertus van der Gronden. Hij had inmiddels domicilie in Brugge gekozen, vandaar de toepasselijke scheepsnaam.(2)


Aren Wafelbakker, stuurman onder Deense vlag
Aren Wafelbakker was in 1798 een van de 29 stuurlieden uit Middelharnis die onder Deense vlag voer (5).

Diefstal op de schuit van Corstiaan Wafelbakker in 1791
In de nacht van 23 op 24 maart 1791 heeft de twintigjarige matroos Marinus Maartense Vlasblom ingebroken op de visschuit van Corstiaan Wafelbakker die in de haven lag. In het vooronder haalde hij uit de broekzak van Mattheus Jansz Koote een zakje met geld. Mattheus lag met het andere scheepsvolk te slapen. Een van de vissers schrok wakker en riep dat er een dief in de boot zat. Marinus Vlasblom bekende en gaf het geld terug dat hij had willen gebruiken om naar de herberg te gaan. Tijdens het verhoor bekende hij ook nog de diefstal van een zilveren horloge bij een koffie- en theehuis in Sommelsdijk. Marinus moest met stenen en geselroeden door de straten lopen en veertien dagen op water en brood in de gijzelkamer doorbrengen (3).

Corstiaan Wafelbakker, stuurman van een damschuit
Corstiaan stapte over van de visserij naar de binnenvaart, waarschijnlijk daartoe gedwongen door de moeilijkheden die de visserij in de Franse tijd ondervond.Op 19 september 1801 verkocht hij als stuurman en eigenaar de damschuit Job en Anna. Op 18 november 1809 verkocht hij als stuurman en eigenaar de damschuit (4) Jonge Neeltje aan zijn zoon. De namen van de drie kinderen vinden we in de scheepsnamen terug.

Job Wafelbakker (1791-1868)
De zoon van Corstiaan en Lena werd al vroeg schipper. Ten tijde van zijn huwelijk op 9 september 1812 met Neeltje de Reus uit Oud-Beijerland (ze waren jong, 21 en 19 jaar oud), was hij 'batelier', dat wil zeggen veerman of binnenschipper. In 1809, op zijn achttiende jaar, was Job Wafelbakker de schipper van een poonschip, een scheepstype dat als vrachtschip of beurtschip in gebruik was. In de Koninklijke Courant van 11 december 1809 de vermelding dat het schip te koop is. Het is verbeurd verklaard omdat er smokkelwaar is aangetroffen. Job werd vervolgens schipper/eigenaar van de damschuit van zijn vader.


Koninklijke Courant, 11 december 1809





Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje



1.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270
2. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17. RA 29,24 september 1784.
3, Jan Both.Criminaliteit en rechtspraak in de hoge heerlijkheid Middelharnis 1621 - 1811. Middelharnis 2001
Deels verschenen als feuilleton in Eilanden-nieuws september 2000 - maart 2001. (link verwijst naar PDF op de website van de Streekarchief Goeree-Overflakkee). 
4.Naam voor schepen die in hun afmetingen beperkt werden door de aanwezigheid van een bepaalde sluis in het gebruikelijke vaargebied van deze schepen
5.Archief voormalige gemeente Middelharnis, inv. nr. 9. Resolutieboek, 25 juni 1798

vrijdag 14 november 2014

Mattheus Smit (1752-1821) en Anna Abeele (1755-1834)

Ouders
Mattheus Jacobsz Smit is een zoon van Jacob Hendriksz Smit en Lena Arens Witvliet. Hij is gedoopt op 25 oktober 1752 in Middelharnis.
Anna Jans Abeele is een dochter van Jan Willemsz Abeele en Jannetje Pas.Haar vader was ook stuurman. Zie over haar ouders het bericht van 4 november 2014. Anna is gedoopt op 9 november 1755 in Middelharnis.

Huwelijk en kinderen
Het huwelijk van Mattheus en Anna was op 18 maart 1777. Ze waren 24 en 21 jaar oud. Op 8 maart 1777 is Lena gedoopt, op 22 mei 1785 Jannetje en op 14 september 1796 Jan.

Mattheus Smit, stuurman van de Sint Michiel in 1782
De bezaanvisschuit Sint Michiel uit Middelharnis had als stuurman Mattheus Smit en als boekhouder Lambertus Kolff.
De schuit is op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Mattheus Smit is op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent onder de naam Mattheus Hendriks. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1).


Jan Smit (1796-1864), Adriaantje de Bruin en Annetje Witvliet.
Jan, zoon van Mattheus, was in 1835 havenmeester van beroep. Hij trouwde met Adriaantje de Bruin die jong overleed. Zijn tweede huwelijk was in 1835 met Annetje Witvliet, de weduwe van Arend van den Nieuwendijk. Arend is in 1828 omgekomen met de scheepsramp van de Catharina Elisabeth. Zie bericht van 6 januari 2014.

Onder Deense vlag
In 1798 was Mattheus Smit een van de 29 stuurlieden uit Middelharnis die onder Deense vlag voer (4).

Onder Pruisische vlag en toch gekaapt
In januari 1804 ging Mattheus Smit onder Pruisische vlag varen. Hij kreeg een paspoort om naar Emden te reizen (2). Op 23 juni 1804 werd de gaffelschuit Jonge Maria, stuurman Mattheus Smit, door de Engelsen gekaapt. Het schip is prijs verklaard en geveild (5).

Cornelis Smit (1760-1843).
Cornelis Jacobs Smit was een jongere broer van Mattheus.Ook hij werd stuurman. Cornelis is op 25 februari 1784 getrouwd met stuurmansdochter Lijntje Thomas Visser.
Op 23 februari 1805 legden  de stuurlieden Tomas Bastiaansz Visser, Simon Stapel, Cornelis Smit en Aren van der Waal, allen stuurlieden van zogenaamde ‘Schokkers-visschuiten’ (?) vaarende van deeze plaats een verklaring af.(3). 

Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje



1. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270
2. Rechterlijk Archief Middelharnis, inventarisnummer 31, 21 januari 1804. Met signalement
3.idem, 23 februari 1805 en inv. nr. 45.
4.Archief voormalige gemeente Middelharnis, inv. nr. 9. Resolutieboek, 25 juni 1798
5. HCA/32/1513/3136

woensdag 12 november 2014

Jacob van den Bogaart (1733-1803) , Jannetje Stierman (1736-1758) en Lena Boshof

Ouders
Jacob Jacobsz van den Bogaart (ook wel Bogaerdt, Bogert en varianten) is een zoon van Jacob Jacobsz Bogaart en Lijsbeth Leendertse van Heest. Jacob is op 8 maart 1733 in Middelharnis gedoopt. Jacob was een broer van Arend van de Bogaart (1737-1778) die in december 1778 omgekomen is toen zijn schuit vergaan is (zie bericht van 13 februari 2014). Tegen zijn broer Leendert, geboren in 1727, werd in 1797 een proces gevoerd (1).

Jannetje Lievense Stierman is op 19 augustus 1736 in Middelharnis gedoopt. Dochter van Lieven Arensz Stierman en Maatje Pieters Hoogesin. 


Huwelijk en kinderen
Jacob en Maatje zijn op 11 januari 1755 in Middelharnis getrouwd, ze waren 21 en 18 jaar oud. Jannetje is op 22-jarige leeftijd overleden, vermoedelijk bij de geboorte van Jacob. Ze is begraven op 29 oktober 1758. Zoon Jacob is op 10 maart 1759 gedoopt (2).
Jacob is op 16 maart 1761 hertrouwd met Lena Boshof, geboren in Sommelsdijk. Jacob was toen 28. Op 12 januari 1762 is Martijntje gedoopt (3) op 28 augustus 1763 Pieter, op 29 maart 1767 Leendert en op 4 februari 1773 Elisabeth.

Jacob van den Bogaert, stuurman van de Jonge Anna in 1782
Jacob was stuurman van de bezaanvisschuit  De Jonge Anna, boekhouder Leendert van den Tol.
De schuit is op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Jacob Vandenbogaert is op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent (4). Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog

Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje

1. Jan Both. Criminaliteit en rechtspraak in de hoge heerlijkheid Middelharnis 1621 - 1811. Middelharnis 2001
Deels verschenen als feuilleton in Eilanden-nieuws september 2000 - maart 2001. (link verwijst naar PDF op de website van de Streekarchief Goeree-Overflakkee). Het betrof onzedelijke handelingen jegens een meisje van dertien jaar.
2. Een zoon van Jacob was Jan van den Bogaard. Hij is in 1828 verdronken toen de boot van stuurman Jan van de Roovaard omsloeg. Zie bericht van 5 juli 2014
3. Martijntje trouwde met timmerman Jan Quirinius Oschman. Zie bericht van 5 december 2013. Oschman is in 1812 in de gevangenis in Ütrecht overleden. Martijntje is op 11 mei 1815 hertrouwd met Marinus Trommel.
4. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270

donderdag 6 november 2014

Gerrit Stapel (1731-1801) en Maatje Stapel (1733- )

Ouders
Gerrit Jacobsz Stapel is een zoon van Jacob Tijse Stapel en Jannetje Gerrits Pijl. Hij is op 25 februari 1731 in Middelharnis gedoopt.
Maatje Simons Stapel is een dochter van Simon Ariens Stapel en Maria Bestmanse Kattestaart. Ze is op 15 januari 1733 in Middelharnis gedoopt.
Haar broer Cornelis Simonszn Stapel is gedoopt op 23 januari 1730. Hij was stuurman.

Huwelijk en kinderen
Gerrit en Maatje zijn op 21 februari 1754 in Middelharnis getrouwd, ze waren 22 en 21 jaar oud, Op 20 oktober 1754 werd Jacob gedoopt, op 15 januari 1757 Simon, op 21 oktober 1759 Mattheus, op 18 juli 1762 Arie, op 9 september 1764 Jannetje, op 19 april 1767 Arent en op 23 december 1770 Maria.
Van Jacob, Mattheus en Arie is geen overlijdensdatum bekend, zij zijn vermoedelijk jong overleden.

Huwelijk van de kinderen
Simon is op 7 november 1784 met Maatje Jans Abeele getrouwd. Haar vader was stuurman (zie het bericht van 4 november 2014). Maatje is op 9 augustus 1787 begraven. Simon is in 1791 met Huibertje van Heest getrouwd, dochter van Dirk van Heest, ook een stuurman.
Jannetje trouwde in 1787 met Bastiaan Cornelisz Langbroek, een zoon van Cornelis Gleijnse Langbroek die in 1762 verdronken is toen zijn schuit is vergaan (zie bericht van 15 januari 2014).
Maria trouwde in 1791 met Arij Pietersz Jongejan (bericht van 31 juli 2013).
Arent trouwde in 1795 met Adriaantje Smit, dochter van Leendert Smit en Lena Dubbeld.

Cornelis, Gerrit en Simon Stapel, stuurlieden in 1782
Cornelis Stapel, de broer van Maatje, zwager van Gerrit, was stuurman op bezaanvisschuit Jonge Maria, boekhouder Jacob Visser,
Gerrit Stapel was stuurman van de gaffelvisschuit De Jonge Jan, boekhouder Gerrit Jonker. Jonker was schepen in Sommelsdijk.
Simon Stapel was stuurman van de bezaanvisschuit Jonge Anthonija, boekhouder Jacob Alebeek.
De drie schuiten zijn op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Gerrit (Gerard) en Simon Stapel zijn op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1). 
Simon Stapel was met 25 jaar de jongste van de groep van 26 stuurlieden die zich in Gent lieten inschrijven.

Gerrit Stapel in Londen in 1787
Om de belangen van de tarbotvissers van Middelharnis in Londen te bepleiten werd gebruik gemaakt van de diensten van twee Engelse kooplieden genaamd Edgley en Peirce. Zij declareerden hun onkosten bij Lambertus Kolff. Het geld dat ze tegoed hadden werd betaald uit de opbrengst een lading tarbot die Gerrit Stapel in Londen op de markt bracht. Hij betaalde de kooplieden op 27 juli 1787. Edgley schreef vervolgens een briefje waarin hij stelt dat "Harry Staple" 36 pond, drie schellingen en zes penningen betaald moet krijgen (2)
In 1789 was Gerrit stuurman van de Martha en Maria (3) Op deze schuit was Arent in 1799 stuurman (3).


Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem, bewerkt voor Arjaentje


1. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270
2. Marco Kuiper. Vissers en ventjagers, 57.
3. 1789: Boedelscheiding Jacobus Nipius die 1/32 part in deze schuit had. 1799: Boedelscheiding Cornelis Pietersz Abeele die 1/32 portie in deze schuit had. Bron: Weeskamer.



dinsdag 4 november 2014

Maarten Leeflang (1745-1810), Willemtje Abeele (1751- ) en Willemtje Missel (1768-1832)

Ouders
Maarten Cornelisz Leeflang is een zoon van Cornelis Maartensz Leeflang en Aletta Imansdr Bette. Cornelis Maartensz komt uit een agrarische omgeving, hij is in 1706 in Zevenhuizen geboren en trouwde in 1731 in Dirksland met de aldaar geboren Aletta Bette.
De oudste broer van Maarten heette Pleunis (1736-1784). Pleunis was gehuwd met Neeltje Janse Kok en in 1778 stuurman van de ventjagersbezaanbunschuit De Jonge Catharina. Zus Marijtje (1739- ) trouwde met een visser: Laurens Samuelsz Kalle (1735-1819). Zus Jannetje (1743-1813) trouwde in 1766 met Pieter Maartensz Abeele (1745-  ). Margje (1757-1813) trouwde in 1771 met Joost Pietersz Boeter, stuurman van de ventjagersbezaanbunschuit De Jonge Cornelis.
Maarten Leeflang is op 10 juli 1745 in Middelharnis gedoopt.

Willemtje Leendertsz Abeele is een dochter van Leendert Leendertsz Abeele en Annetje (Antje) Wessels Kortbeek (Kortbeck). Willemtje is op 22 augustus 1751 in Middelharnis gedoopt, 
Annetje Wesseldr Kortbeek is een dochter van Wessel Kortbeeck (geboren in Gendringen) en Fijken Wensinck (geboren in Dixperloo).

Huwelijk en kinderen
Op 4 april 1773 trouwde Maarten met Willemtje Abeele. Ze waren 27 en 21 jaar oud. Op 20 maart 1774 is Aletta gedoopt, op 17 september 1775 Annetje en op 2 februari 1780 Cornelis. Willemtje is overleden tussen 1780 en 1791.
Op 12 juni 1791 is Maarten met Willemtje Pieterse Missel getrouwd, een dochter van Pieter Jillisse Missel en Arendje Willems van Heest. Ze waren 45 en 22 jaar oud ten tijde van het huwelijk. Willemtje is gedoopt op 23 september 1768. Maarten Leeflang en Willemtje Missel kregen een dochter met de naam Arentje, gedoopt 6 januari 1798. Arentje was 21 jaar toen ze in 1819 overleed.


Maarten Leeflang, stuurman van De Voogel in 1782
Maarten was stuurman van de gaffelvisschuit de Voogel, boekhouder Leendert van den Tol.
De schuit is op 22 februari 1782 verkocht aan de Compagnie Van der Jagt en Van der Gronden uit Oostende. Maarten Leeflang is op 25 februari 1782 ingeschreven als poorter van Gent. Beide formaliteiten waren nodig om onder neutrale Zuid-Nederlandse vlag te kunnen varen tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1). 

Onder Papenburgse vlag in 1804
In 1804 ging Maarten Leeflang net als de andere stuurlieden uit Middelharnis onder neutrale vlag varen. Ondanks de Papenburgse vlag werd de gaffelschuit van Maarten Leeflang, de Jonge Arentje, in juni 1804 door een Engels fregat gekaapt. De schuit is vrijgegeven nadat de Prize Court  had geoordeeld dat de kaping onrechtmatig was (2).

Overlijden van Maarten Leeflang
In 1810, het overlijdensjaar van Maarten, is een aantal scheepsparten verhandeld waaruit blijkt dat de laatste schuit waar hij op voer de Jonge Arentje was (zie lijst bij bericht van 25 maart 2014). Deze gaffelvisschuit is genoemd naar zijn dochter die in 1798 geboren is.

Huwelijk van Aletta Leeflang
Aletta trouwde in 1794 met Leendert Buurveld. Leendert is in 1813 bij een scheepsramp omgekomen evenals vermoedelijk hun zoon Chieljam. Willem Buurveld, een zoon van Leendert en Aletta, verdronk in 1828. Zie bericht van 16 januari 2014.

Willemtje Missel hertrouwd
Na het overlijden van Maarten op 16 augustus 1810 is Willemtje in 1821 hertrouwd met Jan Cornelisz Buurveld (1769-1843).



Genealogische gegevens afkomstig van Pieter Koster te Haarlem en van Cor Koene, bewerkt voor Arjaentje


1. Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr 17.  Poorters en buitenpoorters van Gent 1477-1492, 1542-1796. Gent, Stadsarchief, 1986. 269-270
2. National Archives. High Court of Admiralty. HCA32/1513/3133