Cholera asiatica
In 1832 en 1833 kreeg Nederland met een golf aan sterfgevallen te maken die het gevolg waren van cholera. De cholera asiatica of Aziatische braakloop was in de medische wetenschap al eeuwen bekend uit India en omstreken maar had zich nog niet in Nederland geopenbaard.
Vanaf 1817 breidde de ziekte zich langzaam in westelijke richting uit.
De directeur-generaal voor de marine kondigde op 16 juli 1831 maatregelen aan om te voorkomen dat de vaartuigen van Zwartewaal, Pernis, Maassluis en Middelharnis cholerabesmetting over zouden brengen.
In 1832 en 1833 kreeg Nederland met een golf aan sterfgevallen te maken die het gevolg waren van cholera. De cholera asiatica of Aziatische braakloop was in de medische wetenschap al eeuwen bekend uit India en omstreken maar had zich nog niet in Nederland geopenbaard.
Vanaf 1817 breidde de ziekte zich langzaam in westelijke richting uit.
De directeur-generaal voor de marine kondigde op 16 juli 1831 maatregelen aan om te voorkomen dat de vaartuigen van Zwartewaal, Pernis, Maassluis en Middelharnis cholerabesmetting over zouden brengen.
Gezien hebbende eenen brief van Gecommitteerden der IJslandsche en Kabeljaauw visscherij in Zuidholland, van 15 den dezer, daarbij, voorstellende het nemen van voorzorgen ter wering der cholera morbus , welke na gehoudene communicatie, met van besmette plaatsen gekomene schepen zou kunnen worden overgebragt door: 3. Die schepen, welke speciaal van Middelharnis op eenigen afstand van onze kusten op tarbot visschcn, om die op zee aan Engelsche visschers te verkoopen, of wel, om die in Engeland op de markten te gaan renten, welke alle soorten, van koopvaarders aan boord krijgen , als mede die bezaanschuiten en schokkers,, die uit al onze zeegaten, vooral Texel en het Vlie, dagelijks ter versche vischvangsl varen, daardoor zeer ligt in aanraking met vreemde schepen kunnen komen, of drijvende goederen kunnen visschen; heeft goedgevonden te bepalen , zoo als geschiedt bij deze: Dat de boven opgenoemde visschersvaartuigen, welke gewoon zijn, op het vertoon van hun visschers- of zoogenaamde zoutvlaggetje, zonder eenige ondervraging, of in- of uitklaring, de uiterste wachten passeren, bij derzelver binnenkomst hier te lande , zullen worden onderworpen aan eene visitatie, ten einde te onderzoeken of dezelve ook met besmette of verdachte plaatsen hebben aangedaan, of met besmette schepen, of van die plaatsen komende, in communicatie zijn geweest; zullende gemelde vaartuigen, wanneer dit geen plaats heeft gehad, en bij die visitatie gezond bevonden, hunne destinatie dadelijk kunnen vervolgen; terwijl wanneer zulks plaats mogt hebben gehad dezelve aan eene observatie quaranteine van drie dagen zullen worden onderworpen, en verder, naar bevind van zaken, over dezelve zal worden beschikt.
Bron: bijvoegsel staatsblad, 1831, 341.
Dat er wezenlijk sedert eenen geruimen tijd veelvuldige overtredingen van de strand- en quarantaine-wetten door Scheveningers waren gepleegd , blijkt uit verscheidene omstandigheden. Doctor KIEHL voert in zjn rapport aan , dat , volgens opgave van den heer Varkevisser, Commissaris van Politie te Scheveningen , vele van onze Scheveningsche visschers hunne vangst hebben verkocht aan visschers van Middelharnis, welke onmiddellijk met dezelve naar Londen zijn gevaren, en dat een der Scheveningsche Sindics zijne seinvlag opgestoken hebbende, om de gemeenschap tusschen Scheveningsche schepen en die van Middelharnis te beletten , een schipper van Middelharnis hem in den nacht heeft willen overzeilen (1)
Ondanks de maatregelen kwam de cholera in juli 1832 in Scheveningen aan land. De ziekte werd kort daarna een epidemie in heel Nederland; in oktober waren er al 3.000 doden.
Het ziektebeeld was angstaanjagend, mensen werden ziek, kregen diarree en stierven binnen één of twee dagen. Hun lichaam werd in enkele uren gesloopt. Niemand begreep de oorzaak van de ziekte, de medici kwamen met allerlei verklaringen. Vergiftigde lucht, afkomstig van rottende materie (miasma) en een ziekmakende stof (contagium) die van de ene persoon op de andere werd overgebracht werden lang als oorzaak gezien.
Het intekenen van de ziektegevallen per plaats op cholerakaarten (medische topografie) toonde "dat de dood zich in de schamele woningen bijzonder thuis voelde en de huizen van de aanzienlijken ontweek". Er werd wel een verband met slechte woon- en leefomstandigheden gelegd maar de exacte oorzaak was in 1832 nog niet bekend.
Pas in 1883 werd ontdekt dat de cholerabacterie de boosdoener is en vervuild drinkwater de bron van besmetting.
Vanaf dat moment kon de overheid gerichte voorzorgsmaatregelen nemen.
Het ziektebeeld was angstaanjagend, mensen werden ziek, kregen diarree en stierven binnen één of twee dagen. Hun lichaam werd in enkele uren gesloopt. Niemand begreep de oorzaak van de ziekte, de medici kwamen met allerlei verklaringen. Vergiftigde lucht, afkomstig van rottende materie (miasma) en een ziekmakende stof (contagium) die van de ene persoon op de andere werd overgebracht werden lang als oorzaak gezien.
Het intekenen van de ziektegevallen per plaats op cholerakaarten (medische topografie) toonde "dat de dood zich in de schamele woningen bijzonder thuis voelde en de huizen van de aanzienlijken ontweek". Er werd wel een verband met slechte woon- en leefomstandigheden gelegd maar de exacte oorzaak was in 1832 nog niet bekend.
Pas in 1883 werd ontdekt dat de cholerabacterie de boosdoener is en vervuild drinkwater de bron van besmetting.
Vanaf dat moment kon de overheid gerichte voorzorgsmaatregelen nemen.
Middelharnis
Vanaf 1832 deden zich met tussenpozen cholera-epidemieën voor waaraan veel mensen overleden. Over de epidemie van 1832 in Middelharnis is weinig bekend. In de genealogie van de familie de Moei vond ik de vermelding dat visser/ schipper Johannes de Waard aan de cholera overleden is. Hij is op 27 augustus 1833 overleden op 36-jarige leeftijd.
Op 6 november 1832 waren er in Middelharnis 42 mensen besmet geweest en 15 mensen overleden. 27 mensen herstelden.
D.J.A. Arntzenius. Bijdragen tot den kennis en behandeling
der Aziatischen braakloop in Nederland. Amsterdam, 1832
In Middelharnis stierven in 1849 binnen drie maanden 122 mensen. Bij de volgende epidemie in september 1855 stierven 30 mensen en in 1866 93 mensen.
Zierikzeesche Nieuwsbode 25 juni 1849
Bron: KrantenbankZeeland
|
Onder de slachtoffers van 1849 bevinden zich Dirk van Eck, 5 jaar oud overleden op 9 juni en zijn moeder Lena Hotting (e.v. Bastiaan van Eck), 40 jaar oud, overleden op 1 juli.
Ook een drietal kleinkinderen van Gijsbert Jongejan (1779-1819) uit het gezin van Frans Jongejan (visser) en Maatje van Duuren zijn kort na elkaar in 1849 overleden.
Gijsbert , 8 jaar oud overleed op 7 juni, Jacoba Jongejan, 11 jaar oud op 8 juni, en Jan, 5 jaar oud, ook op 8 juni. Het echtpaar was op slag kinderloos; hun oudste dochter Lena was al in 1835 nog geen drie maanden na de geboorte overleden.
Sara Koning, de moeder van overgrootmoeder Adriaantje Koning, overleed op 15 juni 1849 op 44-jarige leeftijd. Waarschijnlijk stierf ook zij aan de cholera.
Literatuur:
Both, J.C. Herinneringen aan de cholera van 1866. In: De Ouwe Waerelt. 8(2008)22, pp. 10-16.
Rixoort, K. van. Van epidemieën, heelmeesters en een legaat. In: De Ouwe Waerelt. 2(2002)5, pp. 2-6.
1. J.F. d'Aumerie, Herinneringen uit de Cholera-epidemie te Scheveningen en proeve eener oplossing der raadsels van de Aziatische cholera ('s-Gravenhage 1833) 25.
Ook een drietal kleinkinderen van Gijsbert Jongejan (1779-1819) uit het gezin van Frans Jongejan (visser) en Maatje van Duuren zijn kort na elkaar in 1849 overleden.
Gijsbert , 8 jaar oud overleed op 7 juni, Jacoba Jongejan, 11 jaar oud op 8 juni, en Jan, 5 jaar oud, ook op 8 juni. Het echtpaar was op slag kinderloos; hun oudste dochter Lena was al in 1835 nog geen drie maanden na de geboorte overleden.
Sara Koning, de moeder van overgrootmoeder Adriaantje Koning, overleed op 15 juni 1849 op 44-jarige leeftijd. Waarschijnlijk stierf ook zij aan de cholera.
Literatuur:
Both, J.C. Herinneringen aan de cholera van 1866. In: De Ouwe Waerelt. 8(2008)22, pp. 10-16.
Rixoort, K. van. Van epidemieën, heelmeesters en een legaat. In: De Ouwe Waerelt. 2(2002)5, pp. 2-6.
Woud, Auke van der. Koninkrijk vol sloppen : achterbuurten en vuil in de negentiende eeuw. Amsterdam, 2010. p.236-238
1. J.F. d'Aumerie, Herinneringen uit de Cholera-epidemie te Scheveningen en proeve eener oplossing der raadsels van de Aziatische cholera ('s-Gravenhage 1833) 25.
Ik kwam hier vanwege Genealogie Jongejan, ik heb een verre aangetrouwde neef met die naam.
BeantwoordenVerwijderenLeuk hoor, zo'n blog over je familie geschiedenis.
Ben je ook de opsteller van de Genealogie ?
Er zit een foutje in, Maria Jongejan, geboren in mei 1775, trouwde in mei 1778, ze was toen nog maar 3 jaar !
Beste Lucas,
BeantwoordenVerwijderenDank voor je bericht. Ik ben niet de opsteller van de genealogie Jongejan, dat was Bram van Evelingen Zie:.http://www.evelingen.box.nl/
Op mijn blog heb ik wel een pagina met wijzigingen een aanvullingen, daar zal ik deze bij zetten.
groet
Marlies