woensdag 25 februari 2015

Stokoude afgeleefde vissers als spuiwinder en visroeper in Middelharnis (1799)

Stemregister
De Staatsregeling van 1798 voorzag in het stemrecht voor grote groepen burgers. De stemgerechtigden moesten zich in het stemregister laten inschrijven en aan de voorzitter van het plaatselijk bestuur een verklaring afleggen waarin ze trouw beloofden aan de beginselen van de Bataafse Republiek.
Stemgerechtigden moesten de leeftijd van 22 jaar bereikt hebben, inwoner zijn van de Republiek en de Nederduitse taal lezen en schrijven.Lijf- en huisbedienden, bewoners van wees- en armengestichten, bedeelden, onder curatele gestelden en personen die strafrechtelijk vervolgd waren mochten niet stemmen.
Over het stemregister werd het dorpsbestuur van Middelharnis op 30 april 1799 aangeschreven door de President en Raaden in het Hof van Justitie van de voormalige Gewesten Holland en Zeeland. 

In een brief aan de Agent van Justitie van de Bataafsche Republicq verklaren Baljuw, Leenmannen, Schout en Scheepenen van Middelharnis dat een aantal personen niet in het stemregister is ingeschreven.

- de gezworenen: Abram van Oostende, Jan van der Velde en Abram van Ek
- de  substituut strandvonder, Cornelis den Baars
- de nachtwaker, uitroeper en doodgraver, Pleunis Krijger
- de spuiwinders, Pieter Krijger en Adrianus van de Rovaerd en
- de visroepers, Jacob van Ek, Leendert Bogaerd en Bastiaen Visser

'welke vijf laetstgemelde persoonen zijn Stokoude afgeleefde vissers, waervan er zelfs door den Armen gesustenteerd worden'.


Baantjes als visroeper en spuiwinder* werden toebedeeld aan oude vissers die niet meer naar zee konden. Een andere vorm van oudedagsvoorziening was er niet.

* de spuiwinders moesten de beide spuien die afwaterden op de haven, ten oosten en ten westen van het dorp,  bedienen


Bron:
Rechterlijk Archief Middelharnis, inv. nr. 94, 3 mei 1799.
Link naar Staatsregeling van 1798

Adrianus van de Roovaart was in 1782 stuurman. Zie bericht van 31 oktober 2014
Pleunis Krijger was eveneens stoelenmatter en verantwoordelijk voor de verkoop van het water uit de kerketras.
zie bij J.L. Braber. Historie N.H. kerk, 56

Geen opmerkingen:

Een reactie posten