vrijdag 9 augustus 2013

Matthijs Onderdelinden (1818-1896) en Aagje Korteweg (1819-1895)

De oudste kinderen van Matthijs Onderdelinden en Aagje Korteweg zijn in Middelharnis geboren en de jongere kinderen op Texel in De Cocksdorp. Reden om hun levensloop nader te bekijken. Ook bijzonder is dat ze ruim vijftig jaar bij elkaar geweest zijn, in de negentiende eeuw kwam dit weinig voor.

Maas- en Scheldebode, 25 augustus 1893
Ouders
Aagje Korteweg is een dochter van Cornelis Korteweg en Leentje Hollaar. Ze is geboren op 24 april 1819 in Sommelsdijk.
Matthijs Onderdelinden (ook wel geschreven als Onderdelinde, Onder de Linden en varianten) is een zoon van Gerrit Onderdelinden  en Neeltje Dominé, geboren op 6 oktober 1818.
Zie ook de tekst op "Arjaentje" van 7 augustus 2013.

Matthijs was negen jaar oud toen zijn vader op 5 maart 1828 verdronk.

Gerrit Onderdelinden (1798-1828) was een van de bemanningsleden van de sloep Catharina Elisabeth die met man en muis vergaan is. De moeder van Matthijs is in 1831 hertrouwd.

Huwelijk en kinderen van Matthijs Onderdelinden en Aagje Korteweg
Aagje Korteweg heeft op 6 december 1842 een zoon gekregen die Gerrit Korteweg heette. Matthijs Onderdelinden en Aagje Korteweg zijn op 20 augustus 1843 in Sommelsdijk getrouwd, allebei 24 jaar oud. Matthijs heeft het kind van Aagje toen erkend. Helaas is Gerrit een maand na het huwelijk op 18 september 1843 overleden.
Matthijs was visser toen hij trouwde en Aagje was arbeidster.
Op 4 januari 1845 werd Cornelis Leendert Onderdelinden geboren, dochter Neeltje uit 1847 leefde maar kort, in 1849 werd opnieuw een dochter Neeltje geboren, in 1851 kwam Leentje en in december 1852 Gerritje. Deze kinderen zijn in Middelharnis geboren. 
Pieter Onderdelinden werd op 25 maart 1854 op Texel - De Cocksdorp geboren, Wouterina in 1856 , Gerrit Onderdelinden in 1857. Ook werd op Texel twee keer een dochtertje Marina geboren in 1858 en 1859, zij hebben allebei maar kort geleefd.
Marinus Onderdelinden was de jongste zoon, geboren 28 april 1861 op Texel.

Schelpenvisser op Texel
Matthijs en Aagje zijn in 1853 naar Texel verhuisd. Het moment van verhuizen valt samen met het overlijden van Cornelis Vervaart, de stiefvader van Matthijs (zie bericht van 7 augustus 2013).
Matthijs vond werk als schelpenvisser in De Cocksdorp, een dorp dat in korte tijd uit de grond gestampt en bewoond geraakt was. In 1855 waren er 276 inwoners.
Texel kende, anders dan Middelharnis, verschillende maritieme bedrijfstakken. Naast de visserij waren ook de wiernijverheid en de schelpenvisserij van belang.  De schelpenvisserij won vanaf 1848 op Texel aan betekenis.  De schelpen, meestal van kokkels, werden met een soort hark binnenboord gehaald en vervolgens naar kalkbranderijen in Makkum of Harlingen vervoerd. Ook werden ze op andere plaatsen afgeleverd ten behoeve van aanleg en onderhoud van wegen. In de jaren vijftig en zestig van de negentiende eeuw had Texel een aandeel van 85% in de schelpenvisserij in Noord-Holland terwijl dit eerst 25% was. Door de grote concurrentie raakten de schelpenbanken uitgeput. De neergang van deze sector zette rond 1870 in (1).
Matthijs Onderdelinden vond tijdens deze bloeiperiode werk als schelpenvisser op Texel. Toen het in Middelharnis weer beter ging met de visserij halverwege de jaren zestig keerde hij terug naar zijn geboortedorp.

Terug naar Middelharnis
Matthijs Onderdelinden en Aagje Korteweg zijn op 11 augustus 1865 met hun acht kinderen (vier zonen en vier dochters) teruggekomen naar Middelharnis waar Matthijs weer visser werd. De vier zonen Cornelis Leendert, Pieter, Gerrit en Marinus werden eveneens visser. De dochters werden dienstbode en trouwden met een visser of een arbeider.

De kinderen
- Cornelis Leendert Onderdelinden werd visser en hij trouwde met Jannetje van Antwerpen. Zij zijn in 1871 kort na de geboorte van hun dochter Aagje naar Noord-Amerika verhuisd, in 1874 teruggekomen en in februari 1882 voorgoed met hun twee kinderen naar Noord-Amerika (Paterson) geëmigreerd. 
Neeltje Onderdelinden trouwde in 1873 met Johannis Springvloet Dubbeld die arbeider was. Dit gezin is al vroeg naar Rotterdam vertrokken waar Johannis in 1884 overleden is. Neeltje heeft nog twee jaar in Middelharnis gewoond met haar vijf kinderen en is in 1886 weer naar Rotterdam verhuisd. Ze is hertrouwd en in 1925 overleden.
- Leentje Onderdelinden trouwde in 1878 met Machiel Dubbeld, die visser was. Een zoon van Hendrik Dubbeld en Woutrina van den Bos. Leentje is in 1908 overleden.
- Gerritje Onderdelinden was dienstbode en is in 1876 getrouwd met Jan Breeman, visser, zoon van Job Breeman (visser) en Neeltje van den Broeke. Jan Breeman is al in 1886 overleden. Gerritje had een winkeltje om in haar levensonderhoud te voorzien. Ze is hertrouwd en in 1936 in Oegstgeest overleden.
- Pieter Onderdelinden werd visser, Hij trouwde in 1881 met Huibertje Dubbeld, een zus van bovengenoemde Machiel. Zij kregen zes kinderen.
- Wouterina Onderdelinden is in 1880 met Daniël Adrianus de Graaf een arbeider uit Den Bommel getrouwd.
- Gerrit  Onderdelinden werd ook visser en trouwde met Gijsje Klaasje Koper,een dienstbode uit Sommelsdijk. Ze kregen zeven kinderen.
- Marinus werd visser en trouwde in 1884 met Geertje Vroegindeweij. Zij kregen zeven kinderen waarvan er een jong overleden is.

Drie van de zonen van Matthijs en Aagje bleven visser in Middelharnis. Een beroep met een hoog risico en veel slachtoffers, ook in de familie Onderdelinden.

Op zee gebleven
Zoals we zagen was de vader van Matthijs in 1828 verdronken de ramp met de Catharina Elisabeth.
De jongste zoon van Matthijs en Aagje, Marinus Onderdelinden (1861-1895),  is omgekomen bij de ramp met sloep Zeemanshoop in de nacht van 6 op 7 december 1895.  Geertje Vroegindeweij bleef met zeven jonge kinderen achter, de jongste was begin 1895 geboren en de oudste in januari 1885.
Moeder Aagje Korteweg is drie weken na deze ramp overleden, 76 jaar oud en vader Matthijs Onderdelinden enkele maanden later op 77-jarige leeftijd.

De volgende generatie telde twee heel jonge slachtoffers, allebei aan boord van Luctor et Emergo die op 24 januari 1910 met de volledige bemanning is vergaan. Marinus Onderdelinden (1898-1910) was elf jaar, bijna twaalf en zijn neef Machiel Onderdelinden (1891-1910) was achttien jaar oud. Marinus was koffiekoker en Machiel was bovenman.
Arjanus Faasse heeft vanaf april 1909 als elfjarige als kofjekokertje gevaren op de Luctor et Emergo. In het najaar van 1909 kwam Marinus Onderdelinden in zijn plaats. Arjanus schrijft (2):
In de winter volgende op het jaar waarin ik mijn eerste zomerreis maakte, is deze sloep gebleven op het zeemanskerkhof. Waarom moest Marinus Onderdelinden, die in mijn plaats in het najaar aan boord stapte van de Luctor Et Emergo met twaalf mensen verdrinken ? Waarschijnlijk onder een hoop water bedolven tijdens een vliegende storm. Noch van het schip, noch van de bemanning, noch van de tuigage of enig ander onderdeel van het schip heeft men ooit iets teruggezien. Men wachtte maar en men wachtte, maar men wachtte tevergeefs 
Marinus  was een zoon van Gerrit Onderdelinden en Gijsje Klaasje Koper, hij werd op 16 februari 1898 geboren (3).
Machiel was een zoon van Pieter Onderdelinde en Huibertje Dubbeld, geboren op 26 november 1891. Zie voor de familie Dubbeld de tekst van 12 juli 1913.


1.Rob van Ginkel. Tussen Scylla en Charybdis, een etnohistorie van Texels vissersvolk (1813-1932). p.51, 121-124.
2. Arjanus Faasse, Zee en eiland, Middelharnis, ca. 1962, p. 49 en 84

Genealogische gegevens Onderdelinden zijn ontleend aan Genealogie Onderdelinden op de website Rijerkerk.net. zie de nrs. 121,174,245,382-390.
3. Over hun zoon Matthijs geb 1902 staat onder nummer 543 vermeld dat hij in 1923 als verstekeling probeerde naar Paterson te komen. Hij is teruggestuurd naar Nederland.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten