donderdag 15 juni 2023

Middelharnissche Visschersvaartuigen. Het beeldverhaal van Hendrik de Korte. Deel 7, de hoeker.

 

Tekening 9. Hoeker



'Hoeker. Van 1843 tot 1870. Alleen voor haringvisserij (naar een tekening)
In 1843 werd met drie van deze vaartuigen een proef genomen voor haringvisserij. Omstreeks 1870 uit de vaart genomen'.

 

De reders van Middelharnis hadden tussen 1829 en 1871 diverse hoeker-getuigde ofwel dwars-getuigde schepen in de vaart. De eerste schepen met hoekertuig die naar Middelharnis kwamen waren de hoekerbuis Waakzaamheid en de hoeker-getuigde sloep Zeeland. Jacob Slis kocht de beide tweedehands schepen in 1829 in Zierikzee. Ook de in 1831 gebouwde sloep Dankbaarheid  van Kolff was dwars-getuigd. 

Slis kocht in 1843 twee tweedehands hoekers aan, de Onbestendigheid en de Bedachtzaamheid. De heren Kolff kochten in 1843 in Pernis de koopvaardijhoeker ’t Dorp Pernis. Het schip werd omgedoopt tot de Middelharnis. Dit zijn de hoekers waar De Korte op doelt.

Alleen schepen met hoekertuig waren tot 1857 toegelaten voor de haringvisserij. Jacob Slis begon de haringvisserij in 1834 met de hoekerbuis Waakzaamheid


Thuisreis van de wel gebouwd hoekerbuis genaamd De Waakzaamheit
gevoert door H. Verschoor. Aquarel door Arij Stolk, ca. 1836.
Museum Vlaardingen. S 0058


In 1838 ging ook de Zeeland met de haringvloot mee. De firma Wed. C. Kolff en Zoon rustte in 1842 voor het eerst Dankbaarheid uit. De hoekers Middelharnis, Onbestendigheid en Bedachtzaamheid kwamen erbij, terwijl de Zeeland afgedankt werd.

De Middelharnis, de Onbestendigheid en de Waakzaamheid hadden geen bun en konden dus niet voor de visserij ter verse gebruikt worden. Ze werden in de winter op de kant gelegd.  

De hoeker Onbestendigheid maakte in 1870 haar laatste reis.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten