zaterdag 18 februari 2012

Abraham Jongejan (1875-1945) en Teuntje de Koning (1874-1962)

Ouders, broers en zussen
Abraham Jongejan is het elfde kind uit het huwelijk van Gerrit Jongejan en Adriaantje Koning. In 1874 was nog een dochtertje, Abra, geboren; zij overleed drie maanden na de geboorte. Abraham had twee broers die visser waren (Gerrit en Cornelis) en een broer die zeilmaker was (Jacob). Zijn oudste zuster Sara was twintig jaar ouder dan hij. Naast Sara had hij nog vijf zussen.
Teuntje de Koning komt uit een vissersfamilie, ze is een dochter van Cornelis de Koning en Maatje van Dongen. Kinderen uit dit gezin: Cornelia Geertruida 1869, Teuntje 1871 kort na de geboorte overleden, Teuntje 1874, Bastiana 1875, Geertruida 1877, Paulus 1878, Machiel 1882 (overleden 1909, 27 jaar oud), Maatje 1884 en Cornelis 1887 kort na de geboorte overleden.

Huwelijk en kinderen
Abraham en Teuntje trouwden in 1900, 24 en 25 jaar oud. Tussen 1902 en 1918 werden uit dit huwelijk negen kinderen in Middelharnis geboren. Gerrit in 1902, Maartje in 1904, Cornelis in 1905, Adriaantje in 1907, Paulus in 1909 (hij overleed drie dagen na de geboorte), Machiel in 1910, Lientje in 1912, Cornelia Geertruida in 1915 en Jacob in 1918. Ze woonden in de Vissersstraat op nummer C 163.
Het huis bij de Wilhelminabrug (ik weet niet of hij daar ook gewoond heeft) verkocht Bram in 1930 toen hij al in Rotterdam woonde, aan P. van der Stad. (Bron: Onze eilanden).

Schipper Bram Jongejan
Leendert Aupperlee geb. 1898 heeft nog als kofjekokertje bij schipper Bram Jongejan gevaren rond 1910. Bram had een zwarte hond vertelt hij. Bram had een bijnaam: Bram de Jood. Ook Floor van den Nieuwendijk geb.1915  vertelt dat hij als kofjekoker bij Bram Jongejan voer. "Hij was erg nukkig".  Gerrit Langbroek geb. 1905 is als 11-jarige in 1916 bij Bram Jongejan op de MD 4 begonnen, een 1,5 master één van de snelste sloepen. Hij heeft tot 1924 bij hem gevaren, ook als keteltapper bij hem gewerkt. Bram Jongejan was een oom van hem. In 1924 werd Gerrit benaderd door Jan de Koning om bij hem te komen werken; dat heeft hij gedaan.
Bericht in de Vooruit van 2 december 1916

Bericht in de Vooruit van 3 maart 1915


Uit de eerste wereldoorlog stamt het verhaal dat een Duitse onderzeeër opdook vlak naast de sloep van Bram Jongejan. Dit bleek minder bedreigend dan het aanvankelijk leek omdat de Duitsers op vis uit waren. De vis werd geruild voor een revolver.
Het schip van Bram Jongejan was van reder Slis. Toen ze terugkwamen van een succesvolle reis in 1916 kwam de reder vertellen dat hij het schip verkocht had. Bram was woedend. In 1917 is Bram schipper geweest op de Paul Kruger van reder Kolff. 1917 was tevens het laatste jaar van de Paul Kruger. Bram ging voor een reder uit Pernis varen.
In 1923 verliet de laatste sloep de haven van Middelharnis.
Jacob Sala geb. 1890 vertelt dat hij in 1924 bij Bram Jongejan voer op een Pernisser sloep. Hij vertelt dat Bram Jongejan later een waterkokerij in Rotterdam begonnen is.(2)




De MD 4 aan het Vingerling in Middelharnis
De Theodora Emmerentia van reder Slis, stalen sloep in 1904 gebouwd
foto beschikbaar gesteld door P.L. Koster


De kinderen
Gerrit Jongejan ging naar de HBS in Middelharnis, werkte op het postkantoor en later als marconist. Op 8 april 1925 is het gezin naar Rotterdam verhuisd. Maatje en Adriaantje zijn daar in 1927 getrouwd. Lientje, Machiel en Cornelia Geertruida ook  resp. in 1930, 1933 en 1940. Machiel was achtereenvolgens waterkoker en bankwerker.


Laatste keer dat de terugkeer van schipper Abr. Jongejan in de krant gemeld werd:

Bericht in Onze Eilanden 7 maart 1925



1. Han Boomsma. Eilanden-nieuws 1971
2. Interviews met inwoners  van Middelharnis, ZB 1903A11; ZB 1909E09A; ZB 1900E108; ZB 1900D22


Geen opmerkingen:

Een reactie posten